Process. Design Drawings from the Rijksmuseum 1500-1900

‘Rijks koopt raadselachtig meesterwerk van Lutma’, kopte de NRC op 7 februari jongstleden in de cultuurbijlage. Het ging om een ontwerptekening van de zeventiende-eeuwse edelsmid Johannes Lutma. Reinier Baarsen, tot 1 december 2022 hoofdconservator van de afdeling Europese kunstnijverheid in het museum, schreef de tekening op stilistische gronden toe aan Lutma, een veronderstelling die door het watermerk wordt ondersteund. Wat Lutma voor ogen had weet hij niet: ‘… een helm voor een toneelstuk of maskerade, te maken van papier-maché? Of was het een model voor een schilder van een mythologische voorstelling?’ Deze vragen raken de kern van de tentoonstelling Process. Design Drawings from the Rijksmuseum 1500 -1900, die tot 13 februari te zien was in het Design Museum in Den Bosch en, voor wie hem heeft gemist, nu te bewonderen is in de Fondation Custodia in Parijs.

De twee totaal verschillende instituten zijn representatief voor de twee pijlers waar het project op steunt: een verzameling prachtige, intrigerende tekeningen en een theoretisch concept dat de relatie van de tekening tot het gerealiseerde object centraal stelt. Die combinatie is uitzonderlijk.

Ontwerptekening voor een gepatineerd bronzen reukvaas, anoniem, ca 1780, collectie Rijksmuseum.

Tekeningen waren en zijn deels nog steeds cruciaal in de verschillende stadia van het ontwerpproces en bij het maken en later verkopen van decoratieve gebruiksvoorwerpen. In 2013 begon het Rijksmuseum op instigatie van Baarsen met het verzamelen van dit type tekeningen als aanvulling op en verdieping van de collectie Europese kunstnijverheid. De focus lag in het begin op de maker en de kwaliteit zoals in het Rijksmuseum van oudsher gebruikelijk is. Gaandeweg verschoof de aandacht naar de functie van de tekening. Baarsen is erin geslaagd een prachtige collectie aan te leggen met onder andere bladen van bekende kunstenaars als Salomon de Bray, Cornelis Pronk, Eugène-Emmanuel Violet-le-Duc en René Lalique, met onbeholpen maar daarom niet minder interessante tekeningen van onbekende ambachtslieden en ‘portretten’ van kostbare siervoorwerpen en hun foedralen.

Tien jaar lijkt veel, maar is voor het opbouwen van een consistente, kwalitatief hoogwaardige verzameling betrekkelijk kort. Niet voor niets spreekt Baarsen de hoop uit dat ‘… it will continue to be expanded and enriched, so that it may function in an ever more relevant manner.’ Die wens lijkt in vervulling te gaan, gezien de recente aankoop.

Zaaloverzicht Process, ontwerp Bart Guldemond (foto: Peter Tijhuis).

De getoonde werken zijn zonder uitzondering een lust voor het oog, vaak beeldschoon, altijd fascinerend en soms ook amusant. De heldere tentoonstellingsvormgeving van Bart Guldemond in het Design Museum geeft bij binnenkomst direct een duidelijk overzicht van wat en hoeveel er te zien en te genieten valt. Heel knap weet hij door de manier van inlijsten, hangen en via smalle tekstbalken de bladen zo te presenteren dat je ze als het ware ‘op de hand’ kunt bekijken, wat bij tekeningen toch altijd het allermooiste is.

Wie de tentoonstelling in Den Bosch heeft gemist en ook niet in de gelegenheid is binnenkort naar Parijs te gaan, raad ik aan de prachtig uitgegeven catalogus aan te schaffen of op zijn minst een keer door te bladeren. Alle tentoongestelde tekeningen zijn daarin afgebeeld en voorzien van een uitgebreide toelichting. In deze wetenschappelijke entries komen vrijwel alle facetten van het betreffende stuk aan bod. Mogelijke toeschrijvingen, de vermoedelijke functie van de tekening, bijzonderheden over het afgebeelde object, kunstenaars, makers, werkplaatsen; vrijwel alles wat op de een of andere manier van belang zou kunnen zijn om de tekening te begrijpen wordt uitvoerig besproken. Deze informatie is zeer gedetailleerd en te uitgebreid om in een tentoonstelling op te nemen. Ook het afgebeelde referentiemateriaal, zoals uitgevoerde vergelijkbare objecten maakt de catalogus extra aantrekkelijk. Dat deze voorwerpen in de tentoonstelling grotendeels ontbreken is begrijpelijk. Veel externe bruiklenen betekenen een aanslag op ruimte en budget en zouden bovendien het karakter van de expositie ingrijpend veranderen. En de tekeningen zouden waarschijnlijk het onderspit delven naast de vaak ‘exuberante’ gebruiksvoorwerpen.

Ontwerptekening raamomlijsting, stoel en nachttafel, anoniem, ca 1751, collectie Rijksmuseum.

De tekeningen in het boek en de tentoonstelling zijn geordend op basis van de opeenvolgende stadia van het ontwerpproces en de functie die de tekening heeft voor de maker, in het atelier, voor de klant of opdrachtgever, of om een bestaand voorwerp vast te leggen. Een meer traditionele indeling naar stijlperiode, ontwerper en maker of type voorwerp was eenvoudiger geweest, maar had op geen enkele manier recht gedaan aan het bijzondere karakter van deze verzameling.  Nu is het project een interessante bijdrage aan het doorgronden van het ingewikkelde proces van ontwerpen en het begrijpen van de functie van deze tekeningen. Voor de argeloze bezoeker was de tentoonstelling een echte eyeopener. Mijn niet-kunsthistorisch geschoolde gezelschap was onder de indruk, zo hadden ze er nog nooit naar gekeken en dus keken ze aandachtiger en met meer plezier.

Ontwerp voor een secretaire, toegeschreven aan Joseph Nussbaumer, 1816, collectie Rijksmuseum.

Tot zover niets dan lof. Maar bij de door Baarsen geïntroduceerde ordening zijn wel enkele kanttekeningen te maken. Op basis van de veronderstelde relatie tussen tekening en afgebeeld object komt hij tot de volgende rubrieken: designing is drawing, alternatives, the ideal design, for the church, learning to draw; the training of furniture makers, models for execution, drawings in a workshop; the Valadiers of Rome, drawing to sell, to be engraved, for the record, Antiquity and antiquarianism en Towards a new art. Vooral de laatste groep is een vreemde eend in de bijt, omdat stijl hier opeens het selectiecriterium is ook al hadden de meeste bladen vrij eenvoudig onder een andere noemer kunnen worden ingedeeld.

Er zijn meer keuzes die kennelijk samenhangen met de samenstelling van de collectie, bijvoorbeeld de groep ‘Designing for the Church’, waarin het draait om de juridische status van een tekening als bijlage bij een contract tussen opdrachtgever en maker. Ook binnen de verschillende clusters doet de selectie soms willekeurig aan omdat de functie van een tekening niet altijd even duidelijk is, zoals Baarsen het formuleert: ‘Others [tekeningen] are pressed into service.’  In de catalogusteksten worden de diverse alternatieve mogelijkheden uitgebreid geschetst, tegen elkaar afgewogen en zorgvuldig verwoord, zoals dat een wetenschappelijke publicatie betaamt. In de tentoonstelling zijn de teksten en vooral de audiotour naar mijn smaak soms wat al te stellig. Het inhoudelijke concept voelt dan als een Procrustesbed, terwijl het juist interessant en van belang kan zijn de bezoeker kennis te laten nemen van alle onzekerheden die inherent zijn aan een nieuwe aanpak.

Process, tentoonstellingsontwerp Bart Guldemond (foto: Peter Tijhuis).

De bijzondere opzet van het project vertaalde zich in een unieke samenwerking tussen het Design Museum, de Fondation Custodia en het Rijks, drie heel verschillende instituten. Voor het Rijksmuseum is het een nieuwe manier van verzamelen, de Fondation Custodia wil de Franse en internationale bezoeker verrassen met een totaal ander perspectief op de functie van de tekenkunst en het Design Museum slaat een brug tussen de moderne hedendaagse vormgeving en de oude kunstnijverheid door de oude tekeningen te plaatsen in de context van het proces: het ontwerpen, maken, verkopen en gebruiken van voorwerpen. De uitwerking van dit streven is wat karig. Te meer daar het museum door de recente aanwinst van het archief van Gijs Bakker een sterke troef in handen had om deze brede benadering naar het heden te trekken. De kleine presentatie in enkele vitrines een verdieping hoger is in dit kader wat onbevredigend. Op de rol van de tekening in de huidige gedigitaliseerde ontwerppraktijk, de werkelijke of vermeende verschillen tussen de industriële ontwerper en zijn  zeventiende- en achttiende-eeuwse voorganger, het belang van ambachtelijke kennis of vaardigheden, had dit historische kader een verrassend nieuw licht kunnen werpen. Het ontbrak het Design Museum waarschijnlijk aan ruimte en menskracht dit bredere perspectief tegelijkertijd te tonen. Gelukkig heeft de gemeenteraad van ’s-Hertogenbosch op 31 januari van dit jaar positief besloten over de verhuizing en uitbreiding van het museum. Dat is een goed vooruitzicht, al zal het nog zeker twee jaar duren voor met de realisatie van de plannen wordt gestart.

Ida van Zijl, maart 2023

Process – Design Drawings from the Rijksmuseum 1500-1900. Design Museum Den Bosch: 5 november 2022 t/m 12 februari 2023; Fondation Custodia Parijs 25 februari t/m 14 mei 2023, www.fondationcustodia.fr; tentoonstellingsontwerp Bart Guldemond, grafisch ontwerp Sean van de Steenvoorden.

Publicatie: Reinier Baarsen, Process. Design Drawings from the Rijksmuseum 1500-1900, Rotterdam: nai010 uitgevers, 2022, ISBN 978-94-6208-735-4, 404 pp., ontwerp: Beukers Scholma, € 59.95; www.nai010.com