De fotografie als wapen: John Heartfield

Scherp als een mes, hard als staal; dat zijn de fotomontages van John Heartfield (1891-1968) die vooral bekend werd met zijn antinazistische propaganda. Aan hem is in Museum De Fundatie in Zwolle een expositie gewijd, al worden de kansen om die tentoonstelling nog te kunnen zien door de coronamaatregelen beperkt. Het zou jammer zijn als dat niet lukt, want deze meester van de beeldmanipulatie zette de kijker op scherp in het buitengewoon roerige Duitsland van het interbellum. John Heartfield. Fotografie plus dynamiet is bovendien een zeer uitgebreid retrospectief, samengesteld door de Akademie der Künste in Berlijn waar zijn nalatenschap wordt bewaard. Ook verscheen er een nieuwe (gelijknamige) monografie.

Heartfield heette eigenlijk Helmut Herzfeld, maar hij verengelste zijn naam tijdens de Eerste Wereldoorlog uit protest tegen de hetzerige anti-Britse propaganda van Duitsland. Op zijn vierde sloegen zijn ouders op de vlucht naar het buitenland omdat zijn vader – een socialist en dichter – een gevangenisstraf boven het hoofd hing wegens blasfemie. Enkele jaren later verdwenen zijn ouders om onbekende redenen helemaal. De kinderen groeiden op in pleeggezinnen. Na studies aan kunstacademies in München en Berlijn werkte Herzfeld als reclameontwerper, maar in 1914 werd hij onder de wapenen geroepen. Hij wist een jaar later uit het leger ontslagen te worden. Met de kunstenaar Georg Grosz ging hij animatie- en andere films maken en hij verzorgde de reclame en boekomslagen voor uitgeverij Malik. Beiden sloten zich aan bij Dada en de Duitse communistische partij, ontwierpen theaterdecors, materiaal voor de partij en haar organen, en legden zich toe op de fotomontage.

Verkiezingsaffiche 5 Finger hat die Hand… voor de KPD, 1928.

Op een affiche voor de verkiezingen van 1928 staat een grote, grijpende hand met vijf uitgestrekte vingers en: ‘met 5 pak je de vijand’ plus ‘kies lijst 5’. Een ander iconisch beeld laat een vervaarlijk bloeddorstige hyena zien op een slagveld vol lijken. Hij is getooid met een hoge hoed (symbool voor de kapitalistische ondernemer) en een oorlogsmedaille. Het onderschrift luidt: ‘oorlog en lijken, de laatste hoop van de rijken’. De tekst op de medaille van het legion d’honneur, ‘pour le mérite’, is vervangen door de tekst ‘pour le profit’. De oorlogszucht van Hitler en de steun die hij van industriëlen en financiers ontving, werden hier gehekeld.

Oorlog en lijken – de laatste hoop van de rijken, 1932 voor de AIZ.

Heartfield schuwde geweld en gruwelijkheden niet, en confronteerde het publiek met harde beelden. Zo ook in Göring, beul van het Derde Rijk (1933), een montage waarin hij deze hooggeplaatste politicus van de NSDAP tegen de achtergrond van het brandende Rijksdaggebouw afbeeldde als een slager met een bebloed schort en dito bijl, en een vervaarlijk schreeuwende mond. De Rijksdagbrand werd in de schoenen geschoven van de communisten, die vervolgens te maken kregen met zware repressie, censuur, vervolging en arrestaties. De ten onrechte veroordeelde Marinus van der Lubbe kreeg de doodstraf.


Göring, beul van het Derde Rijk, 1933, omslag AIZ.

Een vervaarlijk schreeuwende mond valt ook op in een bewerkt beeld van Hitler met het onderschrift ‘schluckt Gold und redet Blech’ (1931). Zijn bovenlijf onthult middels een röntgenopname – we kijken door je heen – een grote hoeveelheid opgeslokte gouden munten, maar uit zijn mond komt blik, oftewel waardeloze rotzooi, goedkope onzin. Met deze montage perverteerde Heartfield een persfoto van Hitler die de nazi’s hadden verspreid.

Montage van Hitler, 1931 voor de AIZ.

Beide montages werden gemaakt voor de AIZ, de Arbeiter-Illustrierten-Zeitung, waarvoor Heartfield tussen 1930 en 1939 vele bijdragen leverde. Dat was een links en onafhankelijk weekblad gericht op de arbeidersklasse, dat buitengewoon belangrijk was als bron van verzet tegen de nazi’s. Fotografie kreeg daarin een grote rol. In 1933 moest de AIZ echter vanuit Praag voortgezet worden, omdat het tijdschrift werd verboden en tal van medewerkers gezochte personen waren. Daaronder ook Heartfield en zijn broer Wieland, eigenaar van Malik. Beiden vluchtten naar Praag waar ze hun werk hervatten. Maar toen Duitsland in 1938 Tsjechoslowakije annexeerde, vertrok Heartfield naar Engeland. Daar verkeerde hij in ballingschap en kwam hij moeizaam aan de bak. In 1940 werd hij als buitenlander zelfs geïnterneerd in kampen.

Heartfield leverde commentaar op gebeurtenissen of verbeeldde die. Soms waren dat onthullingen of aanklachten, andere keren meer spotprenten/karikaturen door humoristische elementen of overdrijvingen. Tekst was vaak een onontbeerlijk onderdeel van het geheel. Het repertoire van Heartfield was dus heel breed en hij buitte allerlei visueel-retorische middelen van beeldtaal uit. Hij verzamelde knipsels en foto’s, maar liet ook opnamen maken. De drie heren die op een boekomslag in een dollarteken klimmen waren bijvoorbeeld gefotografeerd op een bouwplaats. ‘Monteur’ Heartfield knipte, arrangeerde, herfotografeerde, retoucheerde en manipuleerde. Veel van dat voorwerk is bewaard gebleven en ook te zien op de expositie.

Boekomslag voor Upton Sinclairs, So macht man dollars, 1931.

Heartfield was dus zowel een pionier van de fotomontagekunst en beeldmanipulatie als een voortrekker van het genre politieke kunst. Montage en collage braken de wereld op in fragmenten en weerspiegelden instabiele tijden, onrust, nihilisme en desillusie, sentimenten die door kunstenaars na de oorlog sterk werden gevoeld. Zijn werk kan niet los gezien worden van de strijdbare AIZ, die als motto had: de waarheid tegenover de leugens van de bourgeoisie. Het blad was antifascistisch, fel antikapitalistisch en klaagde wantoestanden aan. Onderdrukking, hypocrisie, onrecht en maatschappelijke misstanden stelde het blad aan de kaak. Kunstcriticus Adolf Behne karakteriseerde Heartfields werk destijds als ‘fotografie plus dynamiet’, de AIZ sprak over ‘de fotografie als wapen’.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat Museum de Fundatie deze lijn doortrok door een aantal alumni en docenten van de HKU (en Artez-studenten) uit te nodigen om een bijdrage te leveren onder de noemer ‘Van wie is de wereld?’ Van deze activistische kunst zijn enkele videofilmpjes te zien op de website. Van wie is de wereld? – Museum de Fundatie Activisme is echter een heel breed begrip en zeker niet alles heeft de impact van een Heartfield.

Wat maakt Heartfields werk nu zo krachtig en wanneer is visueel protest vooral effectief? Omstandigheden als dictatuur en censuur, het onderdrukken van een bevolking met geweld en een grove schending van mensenrechten doen een beroep op ons gevoel van empathie, rechtvaardigheid en solidariteit. Er vallen slachtoffers, er valt iets te onthullen en een waarheid moet aan het licht komen. Bovendien staat er voor de maker iets op het spel, want wat hij maakt is verboden en gevaarlijk. Protest en agitatie moet je raken; het bespotten van het gezag moet gepaard gaan met grimmigheid. Denk ook aan werken van Goya of Thomas Rowlandson.     

Boekomslag, 1943.

Het boek over Heartfield, ontstaan vanuit de Duitse Akademie der Künste, vult de bestaande publicaties over Heartfield aan en voegt daar de laatste inzichten aan toe. De Akademie onderzocht namelijk opnieuw het hele Heartfieldarchief en maakte dat bovendien digitaal toegankelijk. Voor degenen die minder bekend zijn met Heartfield is die publicatie echter niet zo informatief, want het boek vertelt niet zozeer een chronologisch, samenhangend verhaal maar is een bonte verzameling van (te) korte opstellen van allerlei auteurs. Het is interessant om meer te lezen over zijn werkwijze, zijn toneel- en filmwerk en zijn ballingschap, maar de versnippering gaat op den duur ergeren.

Hoe verging het Heartfield verder? In 1950 keerde hij terug naar Duitsland, dat wil zeggen naar wat toen de DDR was geworden. Terwijl zijn broer Wieland daar tot hoogleraar werd benoemd, stond Heartfield in een kritisch daglicht. Hij mocht geen lid worden van de partij en de socialisten voerden debatten over kunst. Fotomontage was formalistisch en decadent; emigranten uit het Westen waren verdacht. Pas in 1956 – het jaar waarin Chroesjtsov in Rusland een destalinisatie inzette – volgde voor Heartfield rehabilitatie. Een jaar later woonde hij met Wieland in Berlijn, waar hij in 1968 overleed.

Frederike Huygen, april 2021

Tentoonstellingen: John Heartfield. Fotografie plus dynamiet en Van wie is de wereld?, museum De Fundatie, Zwolle, www.museumdefundatie.nl ; voor alle hier gebruikte afbeeldingen geldt de herkomst: The Heartfield Community of Heirs/VG Bild-Kunst, Bonn 2020, Akademie der Künste.

Op de website van de Akademie der Künste is de tentoonstelling online te zien: Exhibition | Akademie der Künste, Berlin (adk.de)

En een catalogus met alle werken van Heartfield online: Heartfield Online | Catalogue of Works by John Heartfield (adk.de)

De publicatie John Heartfield. Fotografie plus dynamiet, onder redactie van Angela Lammert, Rosa von der Schulenburg en Anna Schultz (Akademie der Künste) verscheen ook in een Nederlandstalige editie, uitgegeven door Waanders, Zwolle.