Lost & Found: spul uit de Amsterdamse bodem

Bij grafisch ontwerper Willem van Zoetendaal ligt het monumentale boek Spul als een heuse statenbijbel op tafel.(1)Jerzy Gawronski, Peter Kranendonk, Amsterdams Spul. Catalogus archeologische vondsten Noord/Zuidlijn Amsterdam, Amsterdam: Van Zoetendaal / De Harmonie Uitgevers, 2018. De vorig jaar verschenen schitterende uitgave van Van Zoetendaal en De Harmonie Uitgevers presenteert een ruime selectie objecten uit de onvoorstelbare hoeveelheid van 697.235 archeologische vondsten die geborgen zijn tijdens de aanleg van de Noord/Zuidlijn in de stad Amsterdam. Het boek is een gigantische beeldatlas van ontelbare voorwerpen, die variëren van knoopjes en spijkers tot betaalkaarten, kookpotten, mobiele telefoons, speelgoed en wapentuig: een eindeloze gids van vergeten en teruggevonden voorwerpen uit de stad. Afkomstig uit de loop van de rivier de Amstel geven de materiële overblijfselen van honderden jaren bewoning een levendig en tastbaar beeld van de spullen die ooit een rol hebben gespeeld in talloze mensenlevens.

Het idee om een beeldatlas van deze vondsten te maken kwam van stadsarcheoloog Jerzy Gawronski. Hij liet een selectie van 15.000 objecten fotograferen door fotograaf Harold Strak, die bijna tastbaar van het 600 pagina’s tellende boek afspringen. Al deze vondsten uit de rivierbedding van de Amstel vormen tezamen het verhaal van het ontstaan van de handelsnederzetting Amsterdam. Zoals de vele huizen in de Amsterdamse grachten worden weerspiegeld, zo geven de vondsten een veelvormig beeld van het alledaagse leven.(2)Mounir Samuel, ‘We hebben alle smurrie nagelopen. Vijftien jaar graven onder de Noord/Zuidlijn’, in De Groene Amsterdammer, 30-08-2018.

Spul, vormgegeven door Willem van Zoetendaal, toont honderden pagina’s schitterende kleurenfoto’s van objecten, die Harold Strak op een speciale lichttafel fotografeerde. Ze openbaren zich aan de lezer als een stromende rivier van bijna aanraakbare objecten. Het fijne, ietwat doorzichtige, halfmatte papier maakt het kijken tot een fysieke beleving. Van Zoetendaal was vanaf het begin bij het ontwikkelen en produceren van dit boek betrokken. Het uitwerken van een dergelijke ambitieuze uitgave is een gemeenschappelijk proces en project geworden, waarin verschillende disciplines, inhoud en vorm samenkomen.

Uniek aan deze uitgave is ook de ordening van de archeologische voorwerpen. In tegenstelling tot een ordening op materiaal of chronologie – zoals gebruikelijk bij archeologische publicaties of opgravingsrapporten – gaat dit boek uit van de functionele kenmerken van de stad en de gebruiksfunctie van de gevonden objecten. Tien hoofdcategorieën delen de vondsten in als: Gebouwen & constructies, Interieurinrichting & -benodigdheden, Distributie & transport, Ambacht & industrie, Voedselbereiding & consumptie, Wetenschap & technologie, Wapens & bewapening, Communicatie & overdracht, Spel & recreatie en Persoonlijke artefacten & kleding. Deze ordening verschaft de lezer een heldere context om de omvang, diversiteit en individuele aard van de gevonden objecten te begrijpen. Zo krijg je bij ‘Gebouwen & constructies’ een idee van de in totaal 72.226 vondsten in deze categorie, gerelateerd aan diverse bouwmaterialen: 55.847 spijkers zijn afkomstig van het Damrak, uit het Rokin komen vooral bouwfragmenten: 6249 wandtegels, 1737 dakpannen, 1186 plavuizen en 2688 vensterglasscherven.

Het hoofdstuk ‘Voedselbereiding & consumptie’ toont 2409 objecten van de 277.628 vondsten, die variëren van voedselresten (vooral botafval), drank-gerelateerde objecten (mineraalwater- en wijnflessen), vaatwerk voor voedselbereiding, waaronder 27.187 kookpotten, en consumptievaatwerk: 35.507 fragmenten van borden en 26.677 aan roken gerelateerde vondsten, waarvan 16.485 fragmenten van tabakspijpen.

Met de categorie ‘Persoonlijke artefacten & kleding’ wordt een groep van 48.734 objecten aangeduid die bestaat uit kledingresten die in de loop van de tijd in de Amstel terecht kwamen: schoenen, knopen, nestels, riemen en gespen. Ook vallen binnen deze categorie uiteenlopende objecten gerelateerd aan medische verzorging, zoals zalfpotten, haarkammen, brillen, kunstgebitten en sieraden. Zo kom je als lezer heel dichtbij het dagelijks leven van alle Amsterdammers, die in de loop der eeuwen hun aardse spullen in de Amstel achterlieten, van het eerste begin van de stad rond 1200 tot het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw. Door binnen elk afzonderlijk hoofdstuk een chronologie aan te houden ontstaan er inzichtelijke transhistorische en functionele verbanden tussen objecten uit verschillende eeuwen: het maakt bijvoorbeeld de ontwikkeling van een kerfstok naar een rekenmachine in één oogopslag duidelijk.  

De systematische objectbeschrijvingen van aardewerk en glas volgen de artefacttypologie die gebaseerd is op het zogenaamde Deventersysteem: het ‘Classificatiesysteem voor Laat- en Post Middeleeuws Aardewerk en Glas’ (periode 1250-1900). Deze typologie werd voor het eerst toegepast in 1989 door de archeologen Hemmy Clevis en Jaap Kottman bij vondsten uit de stad Deventer. Bakselsoort en vormgeving van het object zijn daarbij het uitgangspunt voor de beschrijving van keramiek, en in het geval van glas bestaat de artefactaanduiding uit de combinatie gl met de objectvorm en een typenummer. Andere objecttypologieën worden in de bijlagen van Amsterdam Spul verder uitgewerkt met behulp van tekeningen, zoals de typologie van de spijker.

Below the surface

Op de website ‘Below the Surface’ van de archeologische dienst van Amsterdam worden 20.000 voorwerpen uit het totaal van 697.235 vondsten, die dateren vanaf 120.000 voor Chr., gepresenteerd op een chronologische tijdlijn en naar vormgeving en gebruiksfunctie: https://belowthesurface.amsterdam/nl/vondsten. In deze online database is nog een extra elfde hoofdcategorie opgenomen als restgroep:  ‘Niet eenduidig in te delen objecten en fragmenten’. Die bevat in totaal bijna 183.000 vondsten, waarvan ruim 172.700 scherven van aardewerk vaatwerk dat in principe ook onder de hoofdcategorie ‘Voedselbereiding & consumptie’ kan vallen. Door op de website te scrollen door de tijd, of via gebruiksfuncties en uiteenlopende materialen, met daarbinnen ook weer een chronologie, functioneert de website Below the Surface als een fantastische referentiecollectie en als een belangrijk onderzoeksinstrument.

De vondsten tentoongesteld in Huis Marseille, foto: Eddo Hartmann.

Spul – deel 2

Het is uitermate boeiend om de materiële cultuur van het dagelijks leven in uiteenlopende functionele contexten te bestuderen. Spul presenteert een greep aan vondsten vanaf 1200, maar zonder veel nadere toelichting. Het is daarom goed te weten dat er een tweede publicatie in de maak is als vervolg op Spul, met uiteenlopende wetenschappelijke artikelen door specialisten, aan de hand waarvan de Amsterdamse vondsten nader geanalyseerd en uitgewerkt gaan worden. Ik ben benieuwd naar de inhoudelijke perspectieven die gekozen worden.

Kunst en alledaagse voorwerpen

Sinds ik verbonden ben aan Museum Boijmans Van Beuningen, vanaf 1984 als assistent van conservator Alma Ruempol (1939-1992) en later als conservator, heb ik gewerkt met de Collectie Van Beuningen-de Vriese, een omvangrijke verzameling pre-industriële gebruiksvoorwerpen (1150-1900) alsook andere deelcollecties van het verzamelgebied oude toegepaste kunst.(3)A.P.E. Ruempol en A.G.A. van Dongen, Pre-industriële gebruiksvoorwerpen 1150-1900, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen/De Bataafsche Leeuw, 1991. De aard van de artefacten van de collectie Van Beuningen-de Vriese is gedeeltelijk verwant aan de vondsten die in Spul worden gepresenteerd. Het werken met dergelijke historische gebruiksvoorwerpen in een museum van kunst en vormgeving was een fikse uitdaging. Hoe geef je die objecten een eigen verhaal in zo’n museum, hoe verbindt je ze met de focus van historische vormgeving binnen de toenmalige museale context van ‘oude kunstnijverheid’ en ‘(pre-)industriële vormgeving’, maar ook met de beeldende kunst. Cultuurhistorische aspecten, met een interdisciplinaire benadering, die besloten liggen in deze collectie kwamen naar voren via tentoonstellingsprojecten en publicaties zoals Huisraad van een molenaarsweduwe. Gebruiksvoorwerpen uit een 16de-eeuwse boedelinventaris (1986),(4) J.R. ter Molen, A.P.E. Ruempol, A.G.A. van Dongen (red), Huisraad van een molenaarsweduwe. Gebruiksvoorwerpen uit een 16de-eeuwse boedelinventaris, tentoonstellingscatalogus Museum Boijmans Van Beuningen/De Bataafsche Leeuw, Rotterdam, 1986. Quintessens, Wetenswaardigheden over acht eeuwen kookgerei (1992),(5)A.P.E. Ruempol (red.), Quintessens. Wetenswaardigheden over acht eeuwen kookgerei, tentoonstellingscatalogus Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam 1992. en One Man’s Trash is Another Man’s Treasure. De metamorfose van het Europese gebruiksvoorwerp in de Nieuwe Wereld (1995)(6)A.G.A. van Dongen (red), One Man’s Trash is Another Man’s Treasure. De metamorfose van het Europese gebruiksvoorwerp in de Nieuwe Wereld, tentoonstellingscatalogus Museum Boijmans Van Beuningen/Jamestown Settlement Museum, Rotterdam/Williamsburg, 1995.. Hedendaagse kunstenaars die als gastcurator met deze collectie werkten zoals Richard Tuttle, Sophie Calle, Bernhard Schobinger, Peter Greenaway en Robert Wilson, belichtten weer heel andere kwaliteiten van deze collectie alledaagse gebruiksvoorwerpen.

De archeologische vondsten uit Amsterdamse bodem zijn te zien in vitrines naast de roltrappen van metrostation Rokin.

ALMA

Huisraad van een molenaarsweduwe vormde destijds in 1986 de aanleiding tot het opzetten van een omvangrijk documentatiesysteem – nu bekend als het ALMA-project – waarbij afbeeldingen van pre-industriële voorwerpen in de beeldende kunst werden onderzocht. De functie en betekenis van alledaagse gebruiksvoorwerpen in hun rol van schildersmodel en kunstenaarsrekwisiet vanaf de late middeleeuwen wordt vooral de laatste jaren via diverse onderzoeks- en tentoonstellingsprojecten en publicaties in en buiten Boijmans uitgewerkt, zoals Willem Kalf 1619-1693 (2006) (7)Alexandra Gaba-van Dongen, ‘Alledaags & buitengewoon. De gebruiks- en pronkvoorwerpen van Willem Kalf’, in: tentoonstellingscatalogus P. van der Brink en F.G. Meijer (red.), Willem Kalf 1619-1693, Rotterdam/Aken 2006, pp. 24-35., De ontdekking van het dagelijks leven. Van Bosch tot Bruegel (2015)(8)Friso Lammertse en Peter van der Coelen (red), De ontdekking van het dagelijks leven. Van Bosch tot Bruegel, tentoonstellingscatalogus Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam, 2015., Adriaen Brouwer. Meester van emoties (2018)(9)Alexandra van Dongen, ‘De rekwisieten van Adriaen Brouwer. Het alledaagse gebruiksvoorwerp als schildersmodel’, in: Katrien Lichtert (red.), Adriaen Brouwer. Meester van emoties, tussen Rubens en Rembrandt, p. 51-62, MOU Museum van Oudenaarde, Stad Oudenaarde, Amsterdam University Press, 2018. en Voorwerp van gesprek. De wereld van Bruegel (2018)(10)Abdelkader Benali, Alexandra van Dongen, Katrien Lichtert, Sabine Pénot, Lucinda Timmermans, Voorwerp van gesprek. De Wereld van Bruegel, Antwerpen: Hannibal Uitgevers, 2018.. Het zou zeer interessant zijn om de Amsterdamse vondsten te koppelen aan voorwerpen die afgebeeld staan op schilderijen van de hand van kunstenaars, die in de afgelopen eeuwen in Amsterdam werkzaam zijn geweest, zoals Adriaen Brouwer (Oudenaarde ca. 1605 – Antwerpen ca. 1638).  De identificatie van geschilderde versies van eigentijdse objecten is in deze context vooral van belang vanwege de koppeling tussen lokaal geproduceerde en gebruikte objecten en de weergave daarvan op schilderijen, aan de hand waarvan soms de plaats van vervaardiging van een schilderij kan worden vastgesteld en waardoor een scherpere datering van zowel schilderij als object mogelijk wordt. Het alledaagse ‘spul’ uit het Amsterdamse verleden herbergt een ongekende rijkdom aan informatie. Ik verheug me vooral op deel 2 van Spul.

Adriaen Brouwer, Het slachtfeest, ca. 1625-26, olieverf op paneel, 34 x 37,3 cm, Staatliches Museum Schwerin, inv.nr. G174.

Willem van Zoetendaal raakte door het maken van het boek ook persoonlijk in de ban van het rijke vondstmateriaal. Hij verwonderde zich over de vele mensenhanden die al die objecten in het verleden hebben vervaardigd en gebruikt. Die tastbaarheid van het verleden onder je voeten bracht hem zelfs op het idee om te gaan pottenbakken! Hij wilde die prachtige eenvoudige aardbeienpotjes en visvergieten van rood-bakkend aardewerk ook gaan maken. Op zijn kantoor staan een paar van zijn eigen aardewerk creaties: objecten gemaakt door de vormgever van het boek Amsterdam Spul, je zou ze zo in je keuken in gebruik willen nemen. Voer voor de archeologen van de toekomst…!

Alexandra van Dongen, januari 2020. Van Dongen werkt als conservator bij Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam.

Jerzy Gawronski en Peter Kranendonk, Amsterdams Spul, Amsterdam: uitgeverij Van Zoetendaal/De Harmonie, 2018; fotografie Harold Strak, vormgeving Willem van Zoetendaal. De Engelstalige editie is getiteld Amsterdam Stuff. Wie geluk heeft kan nog ergens een exemplaar bemachtigen, maar zal in de beurs moeten tasten. Het boek zat bij de Best Verzorgde Boeken in Nederland en werd in 2019 bekroond met goud in Leipzigs Schönste Bücher aus aller Welt. Meer over het ontstaan en maken van dit boek: https://www.monsterkamer.nl/backstage-bij-de-best-verzorgde-boeken-2018-spul-stuff/. Meer over het archeologische project: https://belowthesurface.amsterdam Meer over het onderzoek van Alexandra van Dongen: https://www.academia.edu/41344356/ALMA_where_art_meets_artefacts_a_case_study_of_a_Syrian_jar_in_The_Three_Marys_at_the_Tomb_by_Jan_van_Eyck

noten   [ + ]

1. Jerzy Gawronski, Peter Kranendonk, Amsterdams Spul. Catalogus archeologische vondsten Noord/Zuidlijn Amsterdam, Amsterdam: Van Zoetendaal / De Harmonie Uitgevers, 2018.
2. Mounir Samuel, ‘We hebben alle smurrie nagelopen. Vijftien jaar graven onder de Noord/Zuidlijn’, in De Groene Amsterdammer, 30-08-2018.
3. A.P.E. Ruempol en A.G.A. van Dongen, Pre-industriële gebruiksvoorwerpen 1150-1900, Rotterdam, Museum Boijmans Van Beuningen/De Bataafsche Leeuw, 1991.
4. J.R. ter Molen, A.P.E. Ruempol, A.G.A. van Dongen (red), Huisraad van een molenaarsweduwe. Gebruiksvoorwerpen uit een 16de-eeuwse boedelinventaris, tentoonstellingscatalogus Museum Boijmans Van Beuningen/De Bataafsche Leeuw, Rotterdam, 1986.
5. A.P.E. Ruempol (red.), Quintessens. Wetenswaardigheden over acht eeuwen kookgerei, tentoonstellingscatalogus Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam 1992.
6. A.G.A. van Dongen (red), One Man’s Trash is Another Man’s Treasure. De metamorfose van het Europese gebruiksvoorwerp in de Nieuwe Wereld, tentoonstellingscatalogus Museum Boijmans Van Beuningen/Jamestown Settlement Museum, Rotterdam/Williamsburg, 1995.
7. Alexandra Gaba-van Dongen, ‘Alledaags & buitengewoon. De gebruiks- en pronkvoorwerpen van Willem Kalf’, in: tentoonstellingscatalogus P. van der Brink en F.G. Meijer (red.), Willem Kalf 1619-1693, Rotterdam/Aken 2006, pp. 24-35.
8. Friso Lammertse en Peter van der Coelen (red), De ontdekking van het dagelijks leven. Van Bosch tot Bruegel, tentoonstellingscatalogus Museum Boijmans Van Beuningen, Rotterdam, 2015.
9. Alexandra van Dongen, ‘De rekwisieten van Adriaen Brouwer. Het alledaagse gebruiksvoorwerp als schildersmodel’, in: Katrien Lichtert (red.), Adriaen Brouwer. Meester van emoties, tussen Rubens en Rembrandt, p. 51-62, MOU Museum van Oudenaarde, Stad Oudenaarde, Amsterdam University Press, 2018.
10. Abdelkader Benali, Alexandra van Dongen, Katrien Lichtert, Sabine Pénot, Lucinda Timmermans, Voorwerp van gesprek. De Wereld van Bruegel, Antwerpen: Hannibal Uitgevers, 2018.