Swip Stolk 1944-2019

Ik heb Swip leren kennen in 1968.

Onze eerste ontmoeting was georganiseerd door Pieter Brattinga, de man o.a. achter Dick Bruna die ik weer op ’n feestje bij Frits Becht had ontmoet. We spraken af in het Noord Hollands koffiehuis bij het C.S. in Amsterdam, 10 uur ’s ochtends. Ik had al vier jaar schoenen met de hand gemaakt in een atelier in de Jonge Roelensteeg, maar in 1968 kon ik een echte winkel beginnen in de Runstraat. Toen wilde ik een eigen logo door een professionele grafisch ontwerper gemaakt.

Swip Stolk en Jan Jansen.

Pieter had de juiste man voor mij, zei hij, Swip Stolk. Nooit van gehoord. Toch maar afspreken als Pieter dat zegt. Toen zagen we elkaar voor het eerst. Swip liet een map met tekeningen zien en mijn oog viel meteen op een campagne die hij gemaakt had voor schortenfabrikant Josmeijer. Hij had schorten getekend op houten kleerhangers. Daar zag ik meteen houten schoenleesten in.

Dat was de eerste klik. Het was meteen duidelijk voor mij. Swip was de man die ik zocht voor mijn logo, mijn beeldmerk. Hij wilde natuurlijk ook iets van mij zien. Dus we gingen naar ons woninkje in de Bloemstraat. Zo leerde hij ook Tonny kennen en dat klikte ook meteen. ‘Wil je koffie Swip?’, vroeg
Tonny. ‘Heb je ook ’n borreltje?’, vroeg Swip. ‘Midden op de dag?’, vroeg ik. ‘JA,HAAA’, zei Swip. ’N borreltje dus. Ik liet wat van mijn schoenen zien, mijn houten leesten, schetsen en we praatten en praatten en praatten. Kennen jullie dat?
Uiteindelijk ging hij naar huis en hij zou wat schetsen maken voor mijn logo en dan zou hij bellen. Diezelfde avond nog ging de telefoon. ‘Met Swip, ik heb wat geschetst, wanneer kunnen we elkaar zien?’ Ik was zo opgewonden en vol verwachting dat ik zei: ‘kan dat vanavond nog?’ ‘Natuurlijk’, zei Swip. Tonny en ik reden meteen naar Zaandam.
Swip liet de eerste schetsen zien en ik was meteen geschokt, geroerd, dit overtrof mijn stoutste verwachtingen. Dit was precies waar ik op gehoopt had. Hoe kan iemand zo in je ziel kijken! Als ik grafisch ontwerper zou zijn, zou ik graag zó ontwerpen, zoals Swip.

We hadden elkaar gevonden. Tonny was ook meteen van JA! Dit is voor Jan!! Er was geen seconde twijfel. Dit was mijn eerste echte logo, mijn eerste beeldmerk: de gedachte van de ontwerper wordt door zijn handen overgezet op een houten schoenleest. Briljant vond ik het. En dat in één ontmoeting, in één dag. De bloedbroederschap was geboren en is nooit meer weggegaan. We vierden het logo en tegen de ochtend reden we terug naar Amsterdam.
Vóór onze eerste ontmoeting was de eerste winkel in de Runstraat ontworpen door Kho Liang Ie. Ook een contact van Pieter Brattinga. De eerste verbouwing daarna heeft Swip natuurlijk ontworpen. We hadden het cafeetje van Kienholz gezien in het Stedelijk. Swip richtte de winkel in als een theatertje, met piano en publiek dat van het balkon naar beneden in de winkel keek. Briljant weer.
De inrichting van de winkel aan het Rokin in 1983 kwam op de cover van het Japanse boek: European Shop Design. Covering 82 shops, in 17 cities of 12 countries. Swip had het weer voor elkaar. De inrichting van de winkel in Parijs was al even spectaculair.

Wij hebben ook onze meningsverschillen gehad, o.a. over de inrichting van mijn tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag. Ik had een serie schoenen met dierenprints. Tijger, zebra, luipaard, ‘die horen bij elkaar’, zei ik tegen Swip. ‘Nee’, zei Swip. ‘Er komt er maar één in. Jij mag zeggen welke.’ Daar was ik het niet mee eens, maar ik ging op Swip af. Toen het klaar was, was het een prachtig beeld. Swip had weer gelijk. Swip had altijd gelijk. Hij wist gewoon hoe het moest.
Ik kan hier in acht minuten geen broederschap van 50 jaar vertellen. Eén citaat wil ik nog van die andere bloedbroeder Anthon Beeke noemen. ‘Als hij honderd jaar geleden geboren was, was hij absoluut één van de grootste Jugendstil-ontwerpers geworden’, aldus Anthon in de Volkskrant. Daarmee is alles gezegd door een man die het weten kan.
Voor mij is Swip de beste grafisch kunstenaar ter wereld. Makkelijk was hij niet om mee te werken. Velen noemden hem ‘een lastpak, onmogelijk, een verschrikking’, complimenten die ieder genie zoals Swip zich toewenst. Gelukkig waren er bevriende opdrachtgevers die hem wel begrepen en waar hij al die jaren fantastisch mee heeft kunnen werken. Ik noem liever geen namen omdat ik er dan zeker enkele belangrijke vergeet, maar jullie weten allemaal wie ik bedoel, nietwaar Paul, Frans, Viktor, Sander, Micha, Pieter, Rob, Nora, Robert en sorry: ik zou jou bijna vergeten.
Twee maanden geleden belde Swip zelf dat hij opgenomen was. Wij als een haas naar het Zaans Medisch Centrum. Wij dachten Swip in bed aan te treffen maar hij zat aan ’n tafeltje te schetsen voor zijn volgende tentoonstelling in Museum Belvédère in Heerenveen. Fantastische mensen, die gebroeders Miedema, zei hij. Hij vertelde dat er een verpleegster was geweest die een apparaat aan het controleren was en dat de meter ineens op alarm sloeg. De verpleegster belde in paniek naar de arts en die zei: ‘nou dan is die patiënt dood.’ ‘Nee’, zei de verpleegster, ‘die man zit tegenover me en hij PRAAT.’ ‘Dat kan niet’, zei de dokter. Dat kon dus wel, maar dan alleen bij Swip. Toen hij later de schetsen voor het Museum Bevédère doormailde schreef hij erbij: ‘schrik niet.’
De laatste keer dat ik hem aan de telefoon had zei hij: ‘gaat het wel goed met je?’, waarop ik altijd hetzelfde antwoord gaf: ‘kan niet beter!’ Dan begon hij weer onbedaarlijk te lachen. Dat zal ik heel erg blijven missen.
Swip is drie weken geleden op 10 maart in het harnas gestorven. Hij is nu echt dood. Heel jammer, we zullen hem ontzettend missen.
Swip was Swip, daar is geen tweede van.

Jan Jansen, uitgesproken op 29 maart 2019 op de ROOTS-avond in Pakhuis De Zwijger Amsterdam.