Kees Broos 1940-2015

Op 9 september 2015 stond er een bescheiden rouwadvertentie in de Volkskrant na het overlijden van Kees Broos. Hierin werd hij omschreven als ‘kunsthistoricus’. Kees was dat inderdaad in hart en nieren, maar hij was meer dan dat. Zijn belangstelling en activiteiten bestreken een veel ruimer gebied dan het traditionele terrein van de kunsthistoricus. Animatie, fotografie, grafische vormgeving, literatuur, politieke prenten en het raakvlak tussen kunst en wetenschap behoorden evenzeer tot zijn interessegebieden.

Kees Broos (links) met Anthon Beeke en Paul Hefting, jaren tachtig.
Kees Broos (links) met Anthon Beeke en Paul Hefting, jaren tachtig.

Als oudste van negen kinderen kwam hij in het eerste jaar van de Duitse bezetting ter wereld in Den Haag. Zijn vader Piet Broos was vooral in katholieke kring een bekend schrijver en illustrator van kinderboeken; zijn moeder Cato (‘Toos’) Uijttenhout stamde uit de familie die decennialang drukkerij Die Haghe in Voorburg runde. Die achtergrond heeft Kees nooit verloochend. Eind 2003 getroffen door een eerste herseninfarct, schreef hij in 2005 zijn laatste uitgebreide tekst over zijn vader in het boek Verteld en getekend door Piet Broos (1910-1964). Het drukkersvak was hem met de paplepel ingegoten en vormde het fundament voor de talloze publicaties over grafische vormgeving die hij in de loop der jaren schreef.

Na verhuizing van het gezin naar Weert volgde Kees het gymnasium b aan het Bisschoppelijk College aldaar. Contacten met tekenleraar Harrie Martens (1928-2010) speelden een belangrijke rol in zijn latere beroepskeuze en hetzelfde geldt voor zijn schoolgenoot, de zes maanden jongere Jan Dibbets. Beiden assisteerden Martens bij monumentale opdrachten en raakten zo betrokken bij de praktijk van een professionele kunstenaar.

Kinderboek van Piet Broos, 1945.
Kinderboek van Piet Broos, 1945.

Na het gymnasium begon Kees zijn studie kunstgeschiedenis aan de Universiteit Leiden, waar professor Hans van de Waal letterlijk en figuurlijk school maakte. Tot zijn medestudenten behoorden onder anderen Hans Locher en Rudi Fuchs. Maarten Biesheuvel was zijn huisgenoot boven de sociëteit van de Leidse studentenvereniging Catena.

Deze tableau de la troupe is terug te vinden in de kolommen van het tweemaandelijkse tijdschrift Kaf t. Dit tijdschrift beleefde in 1964 onder redactie van Kees Broos en Tjeerd Segaar een herstart, nadat het eerder onder dezelfde titel van 1958-1961 was verschenen. Zoals we in de Leidse Courant (21 mei 1964) kunnen lezen was het oorspronkelijk een literair tijdschrift en kreeg het in vernieuwde vorm een ‘algemeen satyrisch karakter’ met ruimte voor politieke kritiek naast literaire bijdragen. Uiteindelijk zouden er in gedrukte vorm vier nummers van dit vernieuwde Kaf t verschijnen.

Het eerste nummer van het nieuwe Kaf t bevat – naast een bijdrage van Rudi Fuchs onder de titel ‘Fuchs’ curio shop’ en een artikel van Hans Locher over ‘Drie etsen van Theo Blom’ – een tekst van Kees over de Franse striptekenaar Siné getiteld ‘Haine des curés. Amour des chats’ en een door hemzelf getekende strip onder de titel ‘De laafhoek’. De ‘curio shop’ van Fuchs en ‘De laafhoek’ van Broos treffen we ook aan in de volgende nummers. Nummer 3 getuigt ervan dat Kees het getekende of gedrukte verzet tegen het Franco-regime in Spanje intensief volgde, gezien zijn artikel over ‘Estampa Popular de Valencia’. Het contact met deze kunstenaarsgroep kwam tot stand via de in Parijs woonachtige José María Gorris die eind 1963 had geëxposeerd bij het LAK in het Academiegebouw aan het Rapenburg. Met name voor kunsthistorische studenten vormden deze exposities een belangrijke proeftuin om ervaring op te doen met het inrichten van tentoonstellingen. Kees raakte zo geïnspireerd door het werk van Gorris dat hij er in 1964 zijn eerste boekje over publiceerde onder de titel Dictatuur doorlichten. Een serie tekeningen van G. Het derde nummer van Kaf t bevat overigens ook een later herdrukte tekst van huisgenoot Maarten Biesheuvel over ‘De vis …’

Dictatuur doorlichten 1964.
Dictatuur doorlichten 1964.

Broos dictatuur 2 kDoor professor Hans van de Waal speelde de Leidse kunsthistorische opleiding een voortrekkersrol. Dankzij de rijke collectie van het Prentenkabinet hadden studenten historische prenten en tekeningen tijdens hun studie letterlijk bij de hand. In 1953 voegde Van de Waal er de fotografie aan toe door verwerving van de collectie van de Haagse amateurfotograaf en verzamelaar Auguste Grégoire. Hierdoor werd het Leidse Prentenkabinet de eerste publieke instelling in Nederland waar de artistieke kwaliteiten van dit relatief jonge medium onderkend werden en verzameltechnisch centraal stonden.

Samen met de twee jaar oudere Hans Locher behoorde Kees tot de studenten bij wie Hans van de Waal belangstelling wist op te wekken voor de (geschiedenis van de) grafische kunsten en de fotografie. Hiervan getuigt onder meer de tekst ‘De Daguerreotypie te boek’ die hij in 1970 schreef voor de bundel Opstellen voor H. van de Waal.

edition hansjorg Mayer
edition hansjorg mayer, 1968.

Haags Gemeentemuseum

Nadat enkele gerenommeerde medewerkers zoals Wim Beeren, Cor Blok, Rini Dippel en Hein van Haaren het Haags Gemeentemuseum hadden verlaten, begon de pas afgestudeerde Hans Locher zijn museale carrière in 1965 bij het Prentenkabinet van dit museum. Twee jaar later trad Kees in zijn voetsporen. Aanvankelijk was er sprake van een intensieve samenwerking, onder meer resulterend in tentoonstellingen en publicaties zoals edition hansjörg mayer (1968), M.C. Escher (1969) en Foto-portret (1970). De samen met Locher geschreven ‘Inleiding’ voor de eerstgenoemde publicatie over de dienende en autonome typografie van Hansjörg Mayer verraadt in vele opzichten de hand van Kees, onder meer door de kennis die eruit spreekt over het grafische vak. De uitgaven van edition hansjörg mayer bleven een constante in het verzamelbeleid van het Haags Prentenkabinet, met tentoonstellingen van hieraan gelieerde kunstenaars: Emmett Williams, Herman de Vries, André Thomkins en met name Dieter Roth. In 1980 publiceerde Kees een vraaggesprek met Roth naar aanleiding van de tentoonstelling Dieter Roth. Boeken en grafiek (deel 2) en ander spul. Teksten uit 1987 en 1991 getuigen van zijn blijvende liefde voor deze veelzijdige kunstenaar.

Piet Zwart, 1973.
Piet Zwart, 1973.

Nog maar net werkzaam in het Haags Gemeentemuseum legde Kees de basis voor een jarenlang onderzoek naar Piet Zwart als een van de pioniers van de Nieuwe Typografie met de tentoonstelling en begeleidende brochure Piet Zwart en PTT (1968). Hierin werd terecht hernieuwde aandacht besteed aan de baanbrekende postzegelontwerpen van Zwart uit de jaren 1931-1933, beginnend met twee Wilhelminazegels die voor het eerst ter wereld gebaseerd waren op fotomontages. Naast talloze kleinere tentoonstellingen en publicaties in Museumjournaal maakte Kees in 1973 vooral naam door de tentoonstelling en begeleidende publicatie over Piet Zwart. Deze publicatie leverde hem de Karel van Manderprijs op van de Vereniging van Nederlandse Kunsthistorici en beleefde in 1982 een herdruk bij uitgeverij Van Gennep. Uitzonderlijk voor een Nederlandse tentoonstellingscatalogus; Enno Develing was een van de weinigen die hem in 1975 voorging met een herdruk van de catalogus bij de Carl Andretentoonstelling die zes jaar eerder had plaatsgevonden in hetzelfde museum. Hoewel Piet Zwart al bij leven werd gelauwerd voor zijn oeuvre, heeft Kees in belangrijke mate bijgedragen aan de internationale faam van deze baanbrekende ontwerper. Hij was hiermee tevens een pionier in de geschiedschrijving van vormgeving. Separate publicaties over de betekenis van Piet Zwart als fotograaf volgden in 1981, 1989 en 1996.

In november 1974 werd ik als wetenschappelijk assistent de rechterhand van Kees in het Prentenkabinet van het Haags Gemeentemuseum. Hij werkte op dat moment met Pieter Singelenberg aan een Berlagetentoonstelling en reisde stad en land af om diens gebouwen met een speciaal daarvoor aangeschafte Russische panoramacamera optimaal vast te leggen. Kees was een enthousiast amateurfotograaf, drukte zijn zwart-witfoto’s altijd zelf af en experimenteerde ook enige tijd met het afdrukken van kleurenfoto’s. Zijn fotoarchief bevat een schat aan beelden over de geschiedenis van het Haags Gemeentemuseum, vergelijkbaar met dat van Ad Petersen als conservator van het Stedelijk Museum in Amsterdam.

De geliefde van Kees, Liesbeth Brandt Corstius, had haar functie als conservator van het Museum Boijmans Van Beuningen in 1974 opgegeven om hoofdredacteur van Museumjournaal te worden. Samen bewoonden zij de begane grond van een huis met prachtige glas-in-loodramen aan de Van Lennepweg 1 op de grens van Den Haag en Scheveningen. Daar was het vaak tot diep in de nacht een zoete inval van beeldend kunstenaars, schrijvers, kunstcritici en -historici.

Fotografie in Nederland, 1979.
Fotografie in Nederland, 1979.

Het Prentenkabinet

Binnen en buiten de muren van het museum beleefden we tussen 1974 en 1982 opwindende jaren. Het Prentenkabinet bood ruimte aan een reeks bescheiden presentaties van jonge kunstenaars als Hans de Vries, Douwe Jan Bakker, Sjoerd Buisman, Silvia Steiger, Krijn Giezen, Boezem, Besson en Tomas Rajlich. Daarnaast werkten we samen aan grote tentoonstellingen en begeleidende publicaties over Gerd Arntz (1976), Zes Haagse ontwerpers, André Thomkins (beide 1977), Fotografie in Nederland 1920-1940 (1979), Cesar Domela (1980) en Berlijn-Amsterdam 1920-1940 (1982). Af en toe publiceerden wij hierbij op eigen initiatief reprints van historische drukwerken, zoals het boekje f.w.seiwert gemälde grafik schriften (1934/1976), tiere die beim menschen wohnen van dezelfde Seiwert (1932/1978) en het zeldzame nummer over fotografie van De 8 en Opbouw (jrg. 7, nr. 3, 8 februari 1936/1979). De vriendschap met Gerd Arntz bleef bestaan tot zijn overlijden in 1990. Jaarlijks vierden wij op 11 december hun gezamenlijke verjaardag en Kees bleef tot 1988 regelmatig publiceren over diens vrije grafische werk en zijn symbolen voor statistieken volgens de Weense Methode voor de Beeldstatistiek van Otto Neurath. Sindsdien zijn deze voorlopers van pictogrammen internationaal even iconisch geworden als het werk van Piet Zwart en andere grafische pioniers uit het interbellum.

Een bijzondere ervaring vormde de tentoonstelling Collaborations of C.H. Rotham. Dieter Roth – Richard Hamilton van 1977 in samenwerking met Hansjörg Mayer. De tentoonstelling en de reproducties van de getoonde werken in de begeleidende publicatie bestond uit twee gedeelten. Het eerste gedeelte bestond – naar een oorspronkelijk idee van Marcel Broodthaers – uit werken voor honden die op ooghoogte voor deze viervoeters werden opgehangen, het tweede gedeelte uit werken voor menselijke museumbezoekers. Twee tegengestelder kunstenaarspersoonlijkheden zijn nauwelijks denkbaar. Dat bleek ook tijdens de performance in de aula, waar Richard Hamilton met even grote verbazing als het publiek zag hoe zijn kompaan als een wildeman met krijtjes op een schoolbord tekeer ging. Kees documenteerde deze actie door een prachtige reeks foto’s. Tijdens het aansluitende etentje verliet Dieter Roth het Chinese restaurant voortijdig met in de binnenzakken van zijn colbert gepropte loempia’s. De volgende dag werden we vanuit Hotel Bel Air door een zoon van Roth gebeld dat zijn vader een portemonnee of pak bankbiljetten was verloren. Een gezamenlijke zoektocht door het museum leverde niets op. Maar wanneer ik het mij goed herinner kwam het verloren gewaande geld uiteindelijk weer boven water in de hotelkamer.

Humor was Kees niet vreemd en in de kunst schuwde hij die evenmin. Hiervan gaf hij al in 1974 blijk door het (foto)project ‘Groeten uit …’ te presenteren, waarvoor de Rotterdamse kunstenaar Wim Gijzen alle 863 gemeenten had aangedaan die Nederland toen telde. In verband met de tentoonstelling van André Thomkins en zijn vrienden (1977-1978) hadden we het idee om het performanceproject ‘Für Sägler und Nagler. Wohnungsentwöhnung’ opnieuw uit te voeren. Dit project was in 1969 voor het eerst uitgevoerd tijdens de tentoonstelling fruend friends freunde freunde in de Kunsthalle Düsseldorf en bestond eruit dat oude meubelen ter plekke werden verzaagd en als een sculptuur opnieuw werden geassembleerd. Maar door omstandigheden ging deze performance in Den Haag helaas niet door. Gezien de taalliefde van Kees is het niet verwonderlijk dat hij zijn tekst over Thomkins begon met diens palindromen – achterstevoren-woorden en heen-en-weerzinnen zoals ‘Strategy: get arts’; dit palindroom kreeg als geëmailleerd straatnaambord een prominente plek in zijn Haagse en vervolgens Arnhemse huis. Niet minder humoristisch waren de door Axel en Helena van der Kraan met alle mogelijke gevonden materialen geconstrueerde machines, die Kees in 1978-1979 samenbracht in een tentoonstelling. In een door hemzelf gemaakte en later in kleine oplage verspreide videofilm (15 min.) zien we onder meer hoe hij zich als conservator mechanisch de rug laat krabben door een werk van dit kunstenaarsechtpaar. https://www.youtube.com/watch?v=diYl5vNSoVA

Na het vertrek van Hans Locher als hoofd van de afdeling moderne kunst in november 1979, volgde Kees hem per 1 september 1980 officieel op en werd ik hoofd van het Prentenkabinet. Zijn functie als hoofd van de afdeling moderne kunst nam ik op mijn beurt over, nadat Kees twee jaar later ontslag had genomen vanwege de aanstelling van Liesbeth als directeur van het museum in Arnhem. Begin 1983 volgde hun verhuizing vanuit de hofstad naar de hoofdstad van Gelderland. Door de geografische afstand zagen we elkaar daarna veel minder regelmatig, maar Kees liet steeds opnieuw van zich horen door geschriften over onderwerpen die varieerden van animatiefilm, beeldende kunst, glas, illustratie, Germaanse symbolen op Nederlandse munten en vleermuizen, tot grafische vormgeving. Met name op dit laatste gebied ontpopte hij zich steeds meer als een internationale autoriteit.

Boek over TD, 1983.
Boek over TD, 1983.

Nog geen jaar na zijn vertrek uit het museum publiceerde Kees het eigenzinnig vormgegeven boek Ontwerp: Total Design waarin hij de geschiedenis van dit eigentijdse ontwerpbureau te boek stelde. In 1990 verscheen een belangwekkende studie voor de catalogus bij de tentoonstelling “Typographie kann unter Umständen Kunst sein”. Ring ‘neue werbegestalter’. Die Amsterdamer Ausstellung 1931 (Museum Wiesbaden, Sprengl Museum Hannover, Museum für Gestaltung Zürich), met transcripties van de brieven die Kurt Schwitters van 1928-1931 aan Piet Zwart stuurde als een van de leden van deze groep avant-gardistische grafische ontwerpers.

In 1994 volgde het boek Mondriaan, de stijl en de nieuwe typografie bij een gelijknamige tentoonstelling in het Rijksmuseum Meermanno-Westreenianum/Museum van het boek, die werd geopend door Wim Crouwel. Mijn exemplaar bevat een kort maar duidelijk briefje van Kees met de tekst: ‘wil bijgaand strookje plakken over het verzakte en foutieve onderschrift op p. 81… ’ Dit foutje moet hem extra hebben gestoord omdat het onderschrift betrekking had op de fameuze Engelstalige catalogus van Piet Zwart voor de Nederlandsche Kabelfabriek (1929). Hub. Hubben schreef een uiterst kritische recensie over dit boek in de Volkskrant (3 december 1994). Maar Hubben prees de los achterin het boek opgenomen reprint van de door Piet Zwart geschreven tekst ‘van oude tot nieuwe typografie’ voor een nooit verschenen goodwill-uitgave van drukkerij Trio en citeerde met genoegen de openingstoespraak van Crouwel – tevens verantwoordelijk voor de bekritiseerde vormgeving van de publicatie: ‘De typografie beleeft een soort bloei van werk dat is geïnspireerd op klassieke, esthetische schema’s; een typische uiting van weinig geloof in het heden of de toekomst. Het grafisch ontwerpen is uiterst geraffineerd geworden; zo geraffineerd als de Apples het maar kunnen genereren. (…) Het is natuurlijk ook verleidelijk om je te laten meeslepen door de schier oneindige elektronische beeldmogelijkheden. Veel tijd om na te denken over doelstellingen en het waarom van het ontwerpen blijft er niet over.’

Kees was een van de eersten in mijn omgeving die het belang inzag van de personal computer en ging daar ook direct gebruik van maken. Mede daarom is het geen wonder dat hij in 2003 een van zijn laatste boeken publiceerde onder de titel Wim Crouwel Alphabets. Het tussen 1961 en 1967 door Crouwel ontwikkelde New Alphabet liep immers vooruit op het destijds ontluikende computertijdperk. Deze boekuitgave verscheen op initiatief van David Quay van The Foundry in Londen, die in 1997 drie digitale versies van dit alfabet ontwikkelde en op de markt bracht onder de naam Architype New Alphabet 1, 2 & 3. In een relatief beperkte kring van (letter)ontwerpers is het antiquarisch nog steeds een veel gezochte en inmiddels prijzige publicatie. De reden hiervan is tweeledig: Crouwel was destijds een internationaal gerespecteerd ontwerper en Kees wist het ontstaan van diens letters op basis van zijn kennis en onderzoekende geest uiterst informatief te belichten. In Arnhem had Kees de ontwerper Jurriaan Schrofer al eerder geholpen met zijn eerste experimenten op het gebied van digitale letters en de publicatie Letters op maat (1987) in de reeks van Lecturis. In deze reeks publiceerde Kees zelf iets later het deeltje Architekst (1989) over letters op gebouwen.

Grafische vormgeving in Nederland. Een eeuw, 1994, geschreven met Paul Hefting.
Grafische vormgeving in Nederland. Een eeuw, 1993, geschreven met Paul Hefting.

Een groter bereik had het in 1993 verschenen boek Grafische vormgeving in Nederland. Een eeuw dat Kees realiseerde met zijn vriend en collega Paul Hefting. Binnen de kortste keren verschenen er edities van in vier talen. De kracht van dit met zichtbaar plezier samengestelde boek schuilt in een thematische indeling waarbinnen recht wordt gedaan aan het werk van een groot aantal individuele ontwerpers. Bovendien was het baanbrekend als eerste overzichtsboek van de Nederlandse grafische vormgeving. Aan het einde van hun uitgebreide en bevlogen inleiding stelden de auteurs dat ‘de computer en desktop-publishing het beeld van de grafische vormgeving enigszins hebben vertroebeld, maar waarom zouden we pessimistisch zijn? Voor creatieve ontwerpers zijn al deze media te beschouwen als een nieuwe uitdaging in hun vak. Ook in het verleden hebben de inventiefste ontwerpers altijd een stap verder gezet dan men mogelijk achtte. De keuze in dit boek uit een grote berg grafische vormgeving is, zeker waar het de laatste jaren betreft, noodzakelijkerwijs subjectief. Maar geen enkel boek is het laatste zolang er plezier in het onderwerp blijft bestaan.’

Het is meer dan spijtig dat Kees de laatste tien jaar van zijn leven fysiek niet langer in staat was om ons te laten delen in zijn brede kennis en zijn gedachten over ‘de vele uiteenlopende geestelijke, materiële, culturele en technische ontwikkelingen’ die onze samenleving kenmerkt. Maar wie schrijft die blijft en dat geldt zeker voor hem. Dit beseffende stelde hij bij leven zelf de volgende (onvolledige) bibliografie samen.

Flip Bool, 2016.

Met dank aan Paul Hefting.

Piet Cleveringa en Kees Broos bij een opening van een expositie in Fort Asperen, jaren tachtig.
Piet Cleveringa en Kees Broos bij een opening van een expositie in Fort Asperen, jaren tachtig.

 

 

 

 

 

 

 

BIBLIOGRAFIE KEES BROOS

1967

– ‘Lucebert: tekenaar-dichter-schilder’, in: Ons Erfdeel 10, 4, [1967] 19

1968

– ‘Onschuldig veroordeelde equilibristen’, in: Leids Jaarboekje 60, 10 [1968] 59

Piet Zwart en PTT, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1968

Edition Hansjörg Mayer (met Hans Locher), Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1968

1969

Ronald Abram, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1969

– ‘De grafiek van M.C.Escher en de wetenschap’, in: M.C.Escher, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1969

– Kees Spermon, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1969

200 Jaar prenten en tekeningen, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1969

1970

– ‘De portretfoto’, in: Fototribune 32, 2 [1970] 16

– ‘De Daguerreotypie te boek’, in: Opstellen voor H. van de Waal, Amsterdam / Leiden [Scheltema & Holkema / Universitaire Pers] 1970, 18

Rond 1925, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1970

Mark Polée, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1970

Foto-portret (met Hans Locher). Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1970

1971

– ‘Escher: wetenschap en fictie’, in: De werelden van M.C.Escher, Amsterdam [Meulenhoff] 1971, 31

Nederland – een eeuw vorm en kleur, Den Haag [Nationaal Bureau voor Toerisme] 1971

Tomas Rajlich, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1971

Jan Kuiper, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1971

Theo Daamen, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1971

Aanwinsten Prentenkabinet, Den Haag [Haags Gemeentemuseum]

1971

Dirk van Gelder, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1971

Arja van den Berg, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1971

Erik Roos, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1971

– ‘Paul Klee in Utrecht’, (Ps. Willemijn Terbruggen) in: NRC-Handelsblad, 10 september 1971

1972

– ‘Het Venetiaanse Dibbets-boekje’, in: Museumjournaal 17, 8 [1972] 178

Rond 1900, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1972

Gerard Verdijk, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1972

Fantasie in prent en tekening, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1972

Erik Roos, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1972

Ed Dukkers, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1972

Arja van den Berg, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1972

Rob van Koningsbruggen, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1972

1973

– ‘De lof der tekenkunst’, in: Museumjournaal 18, 3 [1973] 114

– ‘August Sander, fotograaf – Interview met Gerd Arntz’, in: Museumjournaal 18, 5 [1973] 207

– ‘Een muurobject van Brenda Miller’, in: Museumjournaal 18, 5 [1973] 214

– ‘Boeken’, in: Museumjournaal 18, 5 [1973] 217

– ‘Notities II’, in: Museumjournaal 18, 6 [1973] 276

Tekeningen 19e eeuw, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1973

Siet Zuyderland, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1973

Piet Zwart, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1973

– ‘Holländische Grafik heute’, in: Gegenwart IV – Druckgraphik, Köln [Kunstverein für das Rheinland] 1973

– ‘Piet Zwart’, in: Studio International 185, 954 [1973] 176

1974

Wim Gijzen, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1974

Walter Nobbe, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1974

Peter Vos – tekeningen uit de collectie Kuijlman, Maasland [De Rozenhof] 1974

Prenten uit Pan, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1974

Jaap van den Ende, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1974

– ‘In praise of drawing’, in: Museumjournaal English Edition 10, 3 [1974] 115

1975

– ‘Het gegoten huis van Santpoort’, in: De Vorm 1, 4 [1975] 18

– ‘Signalement van het NDB – Interview met Fons Asselbergs’, in: Museumjournaal 20, 1 [1975] 2

– ‘Affiches’, in: Museumjournaal 20, 3 [1975] 112

– ‘PTT: niet alleen postzegels – interview met Hein van Haaren’, in: Museumjournaal 20, 5 [1975] 193

– ‘Tomas Rajlich, uit een interview’, in: Elementaire Vormen, Amsterdam [Bureau Beeldende Kunst Buitenland] 1975

– ‘Fragmenten uit een gesprek met Tomas Rajlich’, in: Tomas Rajlich, Groningen [Groninger Museum] 1975

1976

– ‘Zilver voor mensen’, in: Museumjournaal 21, 1 [1976] 12

– ‘Podio del Mondo per l’Arte – interview met Boezem’, in: Museumjournaal 21, 2 [1976] 68

– ‘Josef Albers 1888-1976, twee brieven en een bijlage’, in: Museumjournaal 21, 3, [1976] 126

– ‘Sjoerd Buisman’, in: De Schouw 23, 1 [1976] 26

Gerd Arntz – Kritische grafiek en beeldstatistiek (met Flip Bool), Den Haag/Nijmegen [Haags Gemeentemuseum / SUN] 1976

– ‘Esperimenti grafici dell’avanguardia Olandese’, in: Quinta Biennale Internazionale della Grafica, Firenze [Palazzo Strozzi] 1976

Augustin Tschinkel, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1976

– ‘Tomas Rajlich’, in: Konfrontatie 10 Schiedam [Stedelijk Museum]

1976

Geert Hofman, Schiedam [Stedelijk Museum] 1976

– ‘Gerard Verdijk’, in: Gerard Verdijk, Solothurn [Galerie Medici] 1976

– ‘Sjoerd Buisman’, in: Museumjournaal English Edition 10, 6 [1976] 252

– ‘Haagse straatlantaarns’, in: Wonen-TA/BK 10, 8 [1976] 22

Boezem – Behangprojekt 1969/1976, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1976

1977

– ‘J.C.J. van der Heijden – Drukwerk’ (met Flip Bool), in: Museumjournaal 22, 5 [1977] 209

Zes Haagse ontwerpers, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1977

André Thomkins, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1977 (bij: André Thomkins, Permanentszene, Stuttgart/Londen [Edition Hansjörg Mayer] 1977)

Vrienden van Thomkins, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1977

Besson, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1977

Zelfportretten uit de eigen collectie, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1977

– ‘Van Haagse paal tot zachtstraler’, in: Die Haghe Jaarboek 10, 10 [1977] 171

1978

– ‘Raakvlakken tussen kunst, wetenschap en techniek’, in: Kunstschrift Openbaar Kunstbezit 22, 3 [1978] 99

– ‘Unieknaak’, in: Museumjournaal 23, 6 [1978] 282

– ‘Bij het werk van Axel en Helena van der Kraan’, in: Van der Kraan – Objecten, Amsterdam [Galerie Espace] 1978

Tomas Rajlich – Collages, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1978

Franz Wilhelm Seiwert, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1978

Axel en Helena van der Kraan, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1978

Pat Andrea, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1978

Dutch Design II, Den Haag [Haags Gemeentemuseum/Ministerie CRM] 1978

– ‘From the Fine Book to Visual Communication’, in: Dutch Art + Architecture Today 10, 3 [1978] 14

1979

– ‘De dubbele bodems van het nieuws’, in: Kunstschrift Openbaar Kunstbezit 23, 1 [1979] 11

– ‘Hee, ik ben er ook nog – interview met Axel en Helena van der Kraan’ (met Liesbeth Brandt Corstius) in: Opzij 7, 2 [1979] 34

– ‘Het beeld van de taal’, in: Kunstschrift Openbaar Kunstbezit 23, 5 [1979] 149

– ‘Fred van de Walle’, in: H. van Haaren e.a., Contemporary Art, Amsterdam [Meulenhoff] 1979

– ‘Zu wenig, um unser Gesicht zu wahren’, in: Film und Foto der zwanziger Jahre, Stuttgart [Württembergischer Kunstverein] 1979

Fotografie 1920-1940 (met Flip Bool e.a.), Den Haag [Staatsuitgeverij] 1979

– ‘Dutch design for the public sector’, in: Graphis 35, 206 [1979/1980] 478

1980

– ‘Over het &-teken’, in: Kunstschrift Openbaar Kunstbezit 24, 4 [1980] 132

Domela (met Flip Bool), Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1980

Dieter Roth – Antwoorden op vragen van Kees Broos, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1980 (bij: Dieter Roth, Grafik und Bücher, Stuttgart [Edition Hansjörg Mayer] 1980)

– ‘Danny Kreeuseler’, in: Danny Kreeuseler, Amsterdam [Galerie Brinkman] 1980

1981

– ‘Het kladpapier van de wetenschap’, in: Kunstschrift Openbaar Kunstbezit 25, 5 [1981] 172

Piet Zwart – Fotograf, Düsseldorf [Marzona] 1981

Symbolen voor onderwijs en statistiek (met Gerd Arntz), Amsterdam [Mart. Spruijt] 1981

– ‘Josephine Sloet’, in: Haagse Ateliers – Tien tekenaars, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1981

-‘Danny Kreeuseler’, in: Haagse Ateliers – Tien tekenaars, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1981

-‘Fred van de Walle’, in: Haagse Ateliers – Tien tekenaars ,Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1981

Geer van Velde, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1981

– ‘Dieter Roth, Antworten auf Fragen von Kees Broos’, in: Sondern 10, 5 [1981]

1982

– ‘Typografie’, in: Berlijn Amsterdam 1920-1940, Amsterdam [Querido] 1982

Woody van Amen, Den Haag [Haags Gemeentemuseum] 1982

Piet Zwart 1885-1977, Amsterdam [Van Gennep] 1982, 2de druk

– ‘From De Stijl to a new typography’, in: De Stijl 1917-1931 Visions of Utopia, Minneapolis/New York [Abbeville] 1982

– ‘Bildstatistik Wien-Moskau-Den Haag’, in: Arbeiterbildung in den zwanziger Jahren, Wien/München [Gesellschafts- und Wirtschaftsmuseum] 1982

1983

Beeld voor beeld – Nederlandse en Internationale Animatiefilm, Den Haag [Stichting Holland Animation] 1983

– ‘De Animatiefilm: Canada en Nederland’, in: Canada Vandaag 10, 3 [1983] 3

Ontwerp: Total Design, Utrecht [Reflex] 1983

– ‘Jörg Remé’, in: Jörg Remé, Gemälde und Arbeiten auf Papier, Nürnberg [Kunsthalle] 1983

– ‘De man is geheel als zijne kunst’ (met M.Rinkleff), in: Kunstschrift Openbaar Kunstbezit 27, 1 [1983] 12

– ‘Verandering / Change’, in: Verandering/Change, Amsterdam [Basisscan] 1983

1984

Hommage – Kunst als Inspiratie, Den Haag [Rijksdienst Beeldende Kunst] 1984

Villa “Ruimzicht”, Arnhem [Gemeentemuseum] 1984

– ‘Avant-gardebalk in het oog’, in: Fodor 3, 8 [1984] 3

– ‘De grillige driehoek’, in: Grafisch Nederland – Kerstnummer [1984] 5

1985

-‘Hannes Postma – schilder’, in: Begegnungen – Ontmoetingen, Oldenburg [Landesmuseum] 1985, 61

– ‘Hard Werken’, in: Dutch Art & Architecture Today 17, 26 [1985] 26

Animation in the Netherlands, Den Haag [Ministerie van Buitenlandse Zaken] 1985

The Viennese Method for Pictorial Statistics/Otto Neurath and Gerd Arntz, Den Haag [International Statistical Institute] 1985

– ‘Scènes de cruauté et tendresse’, in: Pat Andrea, Paris [Elisabeth Franck Gallery – FIAC ’85] 1985

Ontwerp: Total Design, Utrecht [Reflex] 1985, 2de druk

1986

– ‘Roman Cieslewicz en Milton Glaser’, in: Kunstschrift Openbaar Kunstbezit 30, 2, [1986] 68

Beelden in Glas – Glass Sculpture, Utrecht [Veen / Reflex] 1986

– ‘De museumidealen van Gilman’, in: Museumvisie 10, 3 [1986] 99

– ‘Hard Werken – But, it’s so ugly…’, in: Emigre Magazine 1, 6 (part 200 [1986] 3

1987

Dieter Roth Toulouse – Labège, Innopole [Centre Régional d’Art Contemporain Midi-Pyrénées] 1987

The World of M.C. Escher, Hikone, Japan [Hijnk International] 1987

– ‘Dieter Roth – la vie comme elle est’, in: Art Press 116 [1987] 4

– ‘Jan van Munster’, in: Jan van Munster – Energieobjecten, Friedberg DBR [Edition & Galerie A. Hoffmann] 1987

– ‘Arie van Geest – Het nieuwe werk’, in: Arie van Geest, Rotterdam [Galerie Delta] 1987

1988

– ‘Sometimes I love you – sometimes I hate you’, in: Klaas Gubbels, Amsterdam (Galerie Espace) 1988

Gerd Arntz De tijd onder het mes (red. Kees Broos), Nijmegen [SUN] 1988

– ‘Zeefdrukken van F.M. Hutchison’, in: Zeefdrukken van F.M. Hutchison, Eindhoven [Het Apollohuis] 1988

Gerd Arntz Zeit unterm Messer (red. Kees Broos), Köln [informationspresse – c.w.leske] 1988

Vorm in de maak, Nuth [Rosbeek] 1988

Dick Ket, Nijmegen/Arnhem [SUN/Sep] 1988

1989

Architekst, Eindhoven [Lecturis] 1989

– ‘Enigszins Delft – Bij de foto’s van Truus Nienhuis’, in: Truus Nienhuis, Enigszins Delft, Delft [Kunstcentrum] 1989

De Nieuwe Fotografie in Nederland (met Flip Bool), Amsterdam/Den Haag [Fragment Uitgeverij / SDU] 1989

– ‘Drieloop, driespruit en driekronen­boom’, in: Kunsthistorisch Jaarboek 1988, Amsterdam [Unieboek] 1989, 112

– ‘Het fotogram, embleem van de avant-garde’, in: Kunstschrift Openbaar Kunstbezit 33 (1989) 5, 22

– ‘Piet Zwart’, in: Geschiedenis van de Nederlandse Fotografie, Alphen aan den Rijn [Samsom] afl. 12, 1989

Raoul Hynckes, Nijmegen/Arnhem [Sun­/Sep] 1989

1990

– ‘Op glad ijs’, in: David Diao, ‘s-Hertogenbosch/Oostende [Museum voor Hedendaagse Kunst Het Kruithuis/Provinciaal Museum voor Moderne Kunst] 1990

– ‘Das kurze, aber heftige Leben des Rings “neue werbegestalter”‘, in: “Typographie kann unter Umstanden Kunst sein” Ring ‘neue werbegestalter’ – Die Amsterdamer Ausstellung 1931, Wiesbaden/Hannover/Zürich [Landesmuseum/Sprengel Museum/Museum für Gestaltung] 1990

Pyke Koch, Nijmegen/Arnhem [Sun­/Sep] 1990

– ‘Bij de nieuwe schilderijen en tekeningen van Kees Spermon, in: Kees Spermon, Rotterdam [Centrum Beeldende Kunst] 1990

1991

Dick Ket, Arnhem/Nijmegen [Arnhems Gemeentemuseum/Sun] 1991

– ‘Letter, woord, tekst, beeld’, in: Jan Brand e.a., De woorden en de beelden, Utrecht [Centraal Museum] 1991

– ‘Dieter Roth – la vie comme elle est’, in: Dieter Rot Oeuvres 1968-1988, Genève [Galerie Anton Meier] 1991

– ‘Vleermuizen in onze cultuur’, in: A.M. Voûte & C. Smeenk, Vleermuizen, Zwolle [Waanders] 1991

1992

– ‘Raoul Hynckes’, in: Jan Brand en Kees Broos (red.), Magisch Realisten en tijdgenoten, Zwolle, Arnhem [Waanders/ Gemeentemuseum Arnhem] 1992, p. 46

1993

Grafische vormgeving in Nederland. Een eeuw (met Paul Hefting), Amsterdam/Antwerpen [Veen] 1993

Dutch Graphic Design (met Paul Hefting), Londen [Phaidon] 1993

Dutch Graphic Design (met Paul Hefting), Cambridge, MA [The MIT Press] 1993

Grafische Formgebung in den Niederlanden. 20. Jahrhundert (met Paul Hefting), Basel [Wiese Verlag] 1993

– ‘Buchstabe, Text, Wort, Bild’, in: Eleonora Luis und Toni Stooss, Die Sprache der Kunst. Die Beziehung von Bild und Text in der Kunst des 20. Jahrhunderts, Wien, Frankfurt [Kunsthalle Wien, Frankfurter Kunstverein] 1993-1994

1994

– ‘De Stijl, une revue en mouvement’, in: Suzanne Pagé (red.), La beauté exacte, Paris [Paris Musées] 1994, p. 270

– ‘Magische Realisten und Zeitgenossen’, in: Magische Realisten aus den Niederlanden, Gera [Kunstsammlung Gera – Orangerie] 1994

Mondriaan, De Stijl en de Nieuwe Typografie, Amsterdam [De Buitenkant] 1994

– ‘1930’, in: Cor Blok (red.), Nederlandse kunst vanaf 1900, Utrecht (Stichting Teleac) 1994, p. 72

– ‘1955’ (met Ludo van Hamel), in: Cor Blok (red.), Nederlandse kunst vanaf 1900, Utrecht (Stichting Teleac) 1994, p. 100

1995

Grafische vormgeving in Nederland. Een eeuw (met Paul Hefting), Amsterdam/Antwerpen (Veen) 1995, 2de druk

1996

Piet Zwart 1885-1977, Amsterdam (Focus) 1996 (Monografieën van Nederlandse fotografen, 5)

1997

Klaas Gubbels (met Jan Brand), Zwolle (Waanders) 1997

– ‘Drie maanden piekeren, anderhalve dag ontwerpen’, in: Jan Brand, Kees Broos (red.), Klaas Gubbels, Zwolle (Waanders) 1997

– ‘Zwart, Piet (1885-1975)’, in: Jan Brand, Catelijne de Muijnck, Brigitte van der Sande (red.), Het drinkglas Leerdam, Zwolle (Stichting Leerdam Glasmanifestatie, Waanders) 1997, pp 403

– ‘Piet Zwart und Den Haag/Piet Zwart and The Hague’, in: High Quality 37, 1997, p. 12

1998

– ‘Den Haag – verblijfplaats en doorgangshuis’, in: Michiel Morel (red.), Haagsche Nieuwen, Den Haag (Artoteek) 1998

Escher in Arnhem, Arnhem (Museum voor Moderne Kunst) 1998

Dutch Graphic Design (met Paul Hefting), Cambridge MA (MIT Press) 1998

1999

Carel Visser Houtsneden (met Leen van Weelden), Brummen (Stichting Signature) 1999; Signaturereeks nr. 10

– ‘Maurits (Maurits Cornelis) Escher’, in: Carel Blotkamp en Ype Koopmans (red.), Magie en zakelijkheid. Realistische schilderkunst in Nederland 1925-1945, Zwolle/Arnhem (Waanders uitgevers/Museum voor Moderne Kunst) 1999

Otto Treumann (redactie met Renny Ramakers e.a.), Rotterdam (Uitgeverij 010) 1999, tekst Toon Lauwen

2001

Otto Treumann (redactie met Renny Ramakers e.a.), Rotterdam (010 Publishers) 2001, text Toon Lauwen

Klaas Gubbels grafiek, Venlo/Den Haag (Van Spijk Art Projects BV/Livingstone Editions) 2001

– ‘Drukwerk van Henk Peeters en Cornelius Rogge’, in: Map Grafiek

– ‘From De Stijl to a New Typography’, in: Steven Heller en Philips B. Meggs, Text on Type. Critical Writings on Typography, New York (Allworth Press) 2001

2002

– ‘Dieter Roth. Antworte auf Fragen von Kees Broos’; ‘Dieter Roth über Bücher usw’; ‘A Talk with Dieter Roth in Basel’, in: Barbara Wien (red.), Dieter Roth. Gesammelte Interviews, Londen (Edition Hnasjorg Mayer) 2002

– ‘Prenten door vier kunstenaars uit Gelderland’, in: Cees Andriessen en Leen van Weelden (red.), G. schrijft vreemde brieven, Apeldoorn (Stichting De Witte Mier) 2002

Het ontstellende werk van Ad Gerritsen (redactie met Jan Brand), Amsterdam (De Prom) 2002, tekst Hans Janssen

– ‘Boekwerk van Gerritsen’, in: Jan Brand en Kees Broos (red.), Het ontstellende werk van Ad Gerritsen, Amsterdam (De Prom) 2002

2003

Wim Crouwel Alphabets (red. Wim Crouwel en David Quay), Amsterdam (BIS Publishers) 2003

2004

Een op 1 – Klaas Gubbels, Brummen (Stichting Signature) 2004, Signaturereeks nr. 12