Het Zwitserse tijdschrift TM

Eind jaren vijftig sloeg de Zwitserse stijl in als een bom. Grafisch ontwerpers raakten onder de bekoring van dit modernisme dat via tijdschriften, boeken en het onderwijs zijn weg vond over de hele wereld. Eén van die tijdschriften, Typografische Monatsblätter (TM), is nu het onderwerp van een lijvige monografie, uitgegeven door Lars Müller. Müller ontsloot het Zwitserse grafische erfgoed reeds met boeken over onder andere de letter Helvetica, de ontwerper Josef Müller-Brockmann, het bedrijf Geigy en het tijdschrift Spirale. Voor 2014 heeft hij nieuwe titels in petto: 100 Years of Swiss Graphic Design, een boek over Max Bill en de complete reprint van het blad Neue Grafik dat naast TM zo belangrijk was voor de verspreiding van deze Zwitserse stijl. De grote klassieker over dit onderwerp blijft evenwel Richard Hollis’ Swiss Graphic Design uit 2006, nu uitgegeven door de Yale University Press.

TM boek omslagTypografische Monatsblätter ontstond in 1932, werd gesteund door de grafische industrie en de vakvereniging, en was niet zozeer te koop in winkels maar gericht op de professionele wereld. Dit boek concentreert zich op de jaren tussen 1960 en 1990. Het blad verscheen tien keer per jaar en naast praktische zaken en technische ontwikkelingen gaf het veel aandacht aan het onderwijs en werk van studenten. Speciale nummers over thema’s of personen (Piet Zwart en H.N. Werkman in 1964-65) werden regelmatig uitgebracht. TM was nauw verbonden met de opleiding in Bazel waar Emil Ruder, Armin Hofmann en later Wolfgang Weingart de dominante docenten waren. De school in Bazel stond tegenover die in Zürich waar een meer constructieve, rationele en strenge opvatting van de Zwitserse stijl overheerste. Zürich was dogmatischer en meer verbonden met tijdschrift Neue Grafik; Bazel had meer oog voor het experiment. Het derde toonaangevende tijdschrift in Zwitserland was Graphis, hoewel dat minder een voertuig was voor de Zwitserse stijl en meer aandacht besteedde aan reclame.

De Zwitserse stijl, Zwitserse typografie, Zwitserse grafische vormgeving of de International Style zijn ondanks de verschillen tussen Bazel en Zürich synoniemen voor het Zwitserse modernisme dat zich kenmerkt door asymmetrie, schreefloze letters, vrije regelval en het gebruik van stramienen. In de programmatische woorden van Ruder: ‘To strive for a typography as an expression of our time. To reject formalism and mere imitation of earlier epochs in typography. To develop feeling for material authenticity and material honesty as the basis of every typographic design. To bond typography with other disciplines of our time: graphics, painting music, literature, and attitude.’ Een ander typerend aspect van deze ‘stijl’ is het primaat van informatie. Hoewel dit boek in 1960 begint was een speciaal nummer met sleutelteksten over het Zwitserse modernisme al in 1959 verschenen en bestonden de zo kenmerkende lettertypen Helvetica en Univers ook al enkele jaren. De auteur Louise Paradis ontdekte tot haar verbazing dat de Helvetica in TM afwezig was. De Bazeler vormgevers vonden die saai en prefereerden de Univers, terwijl Zürich de Univers afwees als te glad en formalistisch. Er is evenwel in TM geen sprake van een dispuut tussen twee steden of scholen, dat zou te sterk aangezet zijn. Maar TM was wel de spreekbuis van Bazel.

TM 1958 omslagen Yves Zimmermann
TM 1958 omslagen Yves Zimmermann

Paradis is een grafisch ontwerpster uit Canada die voor een vervolgopleiding naar Zwitserland ging. Het onderzoek naar TM kwam voort uit een project op de Ecole Cantonale d’Art in Lausanne (ECAL). Ze voerde het uit met Roland Früh die tevens als co-auteur optrad samen met docent François Rappo. Früh is overigens betrokken bij de Werkplaats Typografie in Arnhem. Het co-auteurschap leidt hier en daar tot overlappingen en herhalingen in het boek. De basis van de publicatie 30 Years of Swiss Typographic Discourse in the Typografische Monatsblätter is een analyse van het blad zelf – inhoud en omslagen – en interviews en correspondentie met betrokkenen. Het materiaal is chronologisch geordend in een reeks korte teksten die samen vijf hoofdstukken vormen. En uiteraard wordt er veel getoond: spreads en omslagen van het tijdschrift zelf, voorzien van uitstekende en informatieve bijschriften. De vormgeving van het boek is nogal grof, het formaat is te groot, het omslag lelijk en de letter vet. De korte teksten verhinderen dat er een lekker lopend verhaal ontstaat. Het opknippen in sub-thema’s is weliswaar didactisch en informatief, maar gaat ten koste van een betoog. Het her en der uitweiden over personen en onderwerpen als de komst van offset en leerboeken is noodzakelijk, maar onderbreekt de grote lijn. Dit boek is namelijk vooral het verhaal van de opkomst en de ondergang van de Zwitserse stijl aan de hand van een tijdschrift en van betrokkenen. Het gaat dus zowel over de visuele analyse van het blad als over de opvattingen die erin verkondigd werden, al gebeurt dit niet op een systematische manier.

Discours is weliswaar de juiste term, maar verwacht geen felle discussies en meningsverschillen: TM was niet erg polemisch. Gek genoeg ontbreekt in dit boek ook elke verwijzing naar een redactioneel of naar beginselverklaringen van redacties. Misschien ligt dat aan de lange perioden dat eenlingen zoals Rudolf Hostettler (1951-1981) de scepter zwaaiden. Evenmin wordt duidelijk hoe de samenwerking verliep tussen hoofdredacteur en vormgevers. Wél was het traditie dat telkens een andere vormgever de omslagen voor een heel jaar als een reeks ontwierp. Aan de inhoud lijkt niet zozeer een beleid of een visie ten grondslag te liggen als wel een los-vaste groep mensen die stukken inleverde. Hostettler stond open voor alles. Interessant is dat we die los-vaste groep nu leren kennen. Zo legt 30 Years… buiten de reeds bekende protagonisten een tweede laag in het Zwitserse modernisme bloot.

omslag TM Wolfgang Weingart 1972
omslag TM Wolfgang Weingart 1972

Weingart en de New Wave in de VS

Het beeld van TM zoals dat in deze publicatie zichtbaar wordt, is onmiskenbaar Zwitsers: een klein mager lettertje, afgemeten tekstkolommen en veel wit. Afbeeldingen lijken schaars en staan strak in het gelid, de omslagen zijn meestal puur typografisch. Die omslagen – alle achterin afgebeeld in reeksen – zijn overigens uiterst boeiend en afwisselend. Mede dankzij de komst van offset nemen de visuele experimenten met letters en beeld toe en in 1970 (ook het jaar van overlijden van Ruder) breekt de geest van de pop art door met werk van onder anderen Wolfgang Weingart, Felix Berman en Hans-Rudolf Lutz. Dat wilde gedoe leidde uiteraard tot protesten, maar de tijd van zelfexpressie, pluralisme en subjectiviteit was definitief aangebroken. Er valt dan ook veel voor te zeggen om juist de jaren zeventig aan te merken als postmodern hoewel deze term meestal gebruikt wordt voor de jaren tachtig.

De hegemonie van de Zwitserse stijl en van de Zwitsers was definitief voorbij. Weingart en consorten zochten naar vernieuwing en ze vonden bijval in de Verenigde Staten waar deze alternatieven onder de noemer New Wave welig tierden. Ironisch genoeg waren het de Amerikanen die in Zwitserland hadden gestudeerd, zoals Dan Friedman en April Greiman, die dit versterkten. Beiden werden bij terugkeer docent. Op dit punt aangekomen kantelt ook het boek 30 Years… Het verandert in een geschiedenis van uitwisseling tussen twee landen met als zwaartepunt Amerika.

TM 1980 over de New Wave
TM 1980 over de New Wave

Weingart knipte en plakte, werkte met strepen, doorhalingen en lagen over elkaar heen, en arrangeerde lettervormen in collages die Piet Zwart waardig zijn. ‘American designers loved him: the rebel, the guy who wouldn’t conform (…) some bad boy’, aldus een van zijn Amerikaanse leerlingen. Hij werd onthaald als een ster. Weingart stond aan de wieg van de New Wave maar wees die in TM halverwege de jaren tachtig af als modieus en oppervlakkig. De Zwitserse stijl was inmiddels overduidelijk verleden tijd. Tegelijk met die neergang stagneerde TM. Retrospectieve nummers waren een teken aan de wand, nieuw leven zat er niet meer in.

Frederike Huygen, 2014.

Louise Paradis, Roland Früh en François Rappo, 30 Years of Swiss Typographic Discourse in the Typografische Monatsblätter TM RSI SGM 1960-1990, uitgeverij Lars Müller Zürich 2013, ISBN 978-3-03778-334-4, 276 pp., Engelstalig, 50 euro, vormgeving: Robert Huber, Louise Paradis. www.lars-mueller-publishers.com