Vergeten vrouwen

Waar zijn de vrouwen in de vormgeving? De vraag is niet nieuw maar heeft nog niets aan actualiteit ingeboet, want de bijdrage van vrouwen aan de designgeschiedenis is nog steeds onderbelicht. Over een aantal van die vergeten vrouwen gaat het boek Baseline Shift. Untold Stories of Women in Graphic Design. In deze publicatie beschrijven diverse auteurs een vijftiental casestudies van over de hele wereld, uit verschillende periodes en uit alle takken van de grafische industrie. Het project stond onder redactie van Briar Levit, ontwerpster, docent en onderzoekster aan de Portland State University, die zich inzet voor het verbreden van de canon.

Levit liet zich inspireren door het essay ‘Messy History vs Neat History’ van Martha Scotford, die in 1994 de ‘nette’, lineaire designgeschiedenis als een reeks individuen en stromingen afwees.(1)Martha Scotford, ‘Messy History vs. Neat History: Toward an Expanded View of Women in Graphic Design’, Visible Language 28, no. 4 (Fall 1994), online: Messy History vs Neat History” | Martha Scotford. Om ruimte te maken voor vrouwen moeten hun posities, mogelijkheden en omstandigheden meewegen. Het was bijvoorbeeld lange tijd niet gebruikelijk of mogelijk dat vrouwen een eigen bedrijf begonnen, maar er waren in de Britse koloniën in de zeventiende eeuw zeker vrouwen die in de drukkerij van hun man meewerkten of hem na de dood van hun man voortzetten. Het grafische bedrijf werd sowieso over het algemeen gezien als een mannenzaak van vies en zwaar werk. Zo kwamen er bijvoorbeeld pas vrouwelijke zetters in de jaren zeventig van de vorige eeuw toen het productieproces eenvoudiger werd en omdat vrouwen goedkopere arbeidskrachten bleken. Anderzijds kregen mannen in veel banen vaak de voorkeur omdat ze kostwinner waren.

Vrouwen hadden in de patriarchale cultuur eerder en vaker een ondersteunende, uitvoerende of ondergeschikte rol; mogelijk werkten ze ook meer in de anonimiteit, in een collectief, of vanuit huis. Een vrouweninclusieve, ‘rommelige’ geschiedenis lijkt volgens Levit meer op een boom met vertakkingen en wortels. Dit boek demonstreert overtuigend de vele aspecten van het vak en belicht welke uiteenlopende rollen en posities vrouwen innamen.

Söre Popitz, omslag Die neue Linie, augustus 1931.

Zo zijn er een heel aantal uitzonderlijk professioneel werkende vrouwen geweest onder wie de zwarte ontwerpster Louise E. Jefferson (1908-2002), die enorm veelzijdig was en voor kerkelijke uitgeverijen werkte. Zij kreeg onder meer waardering voor boeken over Afrika. Angel De Cora (1896-1919) werkte vanuit haar native American achtergrond aan illustraties van sprookjes en eerde haar erfgoed door dat te verwerken in ornamenten en letters. Succesvol was ook Söre Popitz, de enige bekende vrouw afkomstig van de reclameafdeling van het Bauhaus. Irmgard Sörensen (1896-1993), zoals haar meisjesnaam luidde, verliet de school echter na enkele semesters in 1925 omdat ze om onduidelijke redenen niet meewilde naar Dessau. Ze was getrouwd met Friedrich Popitz en werkte als freelancer in Leipzig. Onder meer aan advertenties voor huishoudelijke apparatuur en aan het toonaangevende tijdschrift Die neue Linie van uitgever Otto Beyer, die haar ook andere opdrachten gaf. Bombardementen vernietigden tijdens WO II al haar werk zodat we nu niet meer weten wat ze allemaal gemaakt heeft. Zo zijn er meer vrouwelijke ontwerpers uit het zicht verdwenen omdat er geen werk of documentatie meer is.

Sommige vrouwen waren in hun tijd bekend en worden nu onder het stof vandaan gehaald. Bijvoorbeeld Ellen Raskin(1928-1984), Bea Feitler (1938-1982) en Marget Larsen (1922-1984). In interviews getuigden zij van mannelijke klanten die niet met vrouwen wilden werken, van moeizame salarisonderhandelingen en gebrek aan erkenning. Cruciaal is uiteraard hoe opdrachtgevers deze vrouwen zagen: als uitvoerders in een dienstbaar beroep of als zelfstandige creatieven. 

Lettergieterij Monotype nam bijvoorbeeld juist vrouwen aan om lettervormen en -varianten uit te tekenen. Sommigen van hen kregen leidende posities, iets wat ook gold voor vrouwen die in de jaren dertig vanuit het Federal Art Project van de New Deal van Roosevelt informatieve affiches ontwierpen over gezondheid, hygiëne en toerisme.(2)zie ook Kunst in crisistijd – Designgeschiedenis (designhistory.nl). In de tijdschriftenwereld werkten vooral na 1950 vele vrouwen in allerlei functies. En zo geeft Baseline Shift ons een blik op een heel scala aan ontwerpactiviteiten en werkkringen.

Heel interessant is de aandacht voor vrouwen in collectieven en activistische kringen zoals de vrouwenbeweging in de VS, in de UK en in Japan. Daaronder waren zowel amateurs als vrouwen die als ontwerper/kunstenaar waren opgeleid. Zo bestond er tussen 1977 en 1983 in Amerika het radicale Madame Binh Graphics Collective, vernoemd naar een Zuid-Vietnamese leider. Dat werkte op basis van volstrekte gelijkwaardigheid en inspraak op een heel directe manier aan protestvormgeving voor alle mogelijke vrijheidsbewegingen en revolutionaire doelstellingen. In Londen zette Norma Kitson in de jaren zeventig een eigen zetterij op waar tevens het feministische tijdschrift m/f in elkaar werd gezet. Zij voerde met haar voornamelijk vrouwelijke staf vele acties tegen de apartheid.

Dankzij al dit onderzoek is Baseline Shift, een kleine, mooi verzorgd uitgegeven pocket, een aanwinst voor de designboekenkast.

Frederike Huygen, januari 2022.

Briar Levit (red), Baseline Shift. Untold Stories of Women in Graphic Design History, New York: Princeton Architectural Press, 2021, 192 pp., ISBN 978-1-64896-006-2, $ 27.50.

Zie ook: http://Briarlevit.com en het initiatief Hall of Femmes

noten   [ + ]

1. Martha Scotford, ‘Messy History vs. Neat History: Toward an Expanded View of Women in Graphic Design’, Visible Language 28, no. 4 (Fall 1994), online: Messy History vs Neat History” | Martha Scotford.
2. zie ook Kunst in crisistijd – Designgeschiedenis (designhistory.nl).