Verborgen Mid-century modern uit Zweden: FACIT

Een stel weggeschoven gordijnen geeft zicht op een affichewand uit de kantoorwereld van Facit. Daarmee biedt de installatie The FACIT Model van ontwerpstudio Our Polite Society heel letterlijk een venster op Facit. Door het opzijschuiven van de gordijnen wordt een wereld getoond en blootgelegd, iets wat anders verborgen bleef. Daarmee past dit verhaal in de expositie In the Presence of Absence die wil tonen wat ‘vaak ongezien blijft, genegeerd wordt of vaker gedeeld zou mogen worden’. De werken, te zien in het Stedelijk Museum, zijn voorstellen voor de gemeentelijke kunstaankopen van Amsterdam.(1)The Facit Model was overigens vorig jaar al te zien bij Fanfare in Amsterdam en in Zweden. Dit jaar kregen die als thema mee: alternatieve verhalen die ingaan op bredere culturele, sociale en politieke vraagstukken. ‘Verborgen’ verhalen die geschiedenis, collectief geheugen en kennis bevragen.

Want inderdaad is Facit een vergeten hoofdstuk in de (Zweedse) designgeschiedenis. De fabriek was als producent van rekenmachines en typemachines wereldberoemd, maar niemand kent haar en in designboeken is ze afwezig. De twee ontwerpers die samen Our Polite Society vormen – Jens Schildt en Matthias Kreuzer – kwamen vijf jaar geleden in het Facitarchief terecht en dat bleek een openbaring. In Åtvidaberg, de geboorteplaats van Schildt, vonden ze dozen en dozen vol materiaal: brochures, vouwbladen, advertenties, instructieboeken, manuals, correspondentie, letterproeven, verpakkingen, foto’s, bedrijfsorganen en nog veel meer. Daar besloten ze wat mee te doen. Schildt en Kreuzer houden zich als grafisch ontwerpers namelijk niet alleen bezig met opdrachten van derden, waaronder het Bauhaus Dessau en Het Nieuwe Instituut, maar doen graag onderzoek en initiëren eigen projecten. Beiden werken ook als docent in Nederland en Zweden. Facit leidde in 2019 tot een installatie en een boek, en tot een serie lettertypen. Ondertitel van The FACIT Model is ‘Globalism, Localism & Identity’.

Een ‘fact sheet’ van een rekenmachine uit 1963.

Het drukwerk van Facit staat in het project centraal en daarmee opent Our Polite Society het verdwenen predigitale domein van het papieren kantoor met secretaresses, typistes en boekhouders. Van ratelende machines, kaartenbakken, carbonpapier, orderformulieren, standaardisatie en typemachineletters. Ze presenteren een collage van voorbeelden die lopen van de jaren vijftig tot circa 1975,  de hoogtijdagen van de fabriek. Facitproducten konden toen wedijveren met merken als IBM en Olivetti, en werden internationaal verkocht. Er werkten zo’n 12.000 mensen in fabrieken over de hele wereld. De Mid-century-modern-vormgeving is evident: een heldere, instructieve vormgeving die het product tegen een gekleurde achtergrond toont en daar een zakelijke toelichting bij geeft. De naam Facit werd altijd in kapitalen geschreven, het beeldmerk bestond uit twee stippen.

Facit produceerde eveneens kantoormeubilair en ging later ook elektronische machines, printers, ponsbandmachines en computers fabriceren. In de jaren zeventig nam de concurrentie echter hand over hand toe, met name uit Japan. De verkoopprijzen daalden dramatisch en Facit raakte uitgerangeerd. Na de overname door Electrolux in 1972 en diverse zware saneringen ging het licht in 1998 definitief uit. In Zweden is de naam Facit in handboeken over bedrijfskunde spreekwoordelijk verbonden met ‘mislukking’ en een falende bedrijfsstrategie.

In het boek The FACIT Model staat Facit in de ogen van Our Polite Society en auteur Mark Owens voor een verloren utopie en een lang vervlogen modernistische droom. Met een zekere nostalgie blikken zij terug op een ideaal van ‘total design’, vergelijkbaar met het beleid van Olivetti en IBM. In de talrijk afgebeelde brochures is het ‘Mad Men revisited’ met teakhouten bureaus, felgekleurde kunststof pennenbakjes en typistes met mouwloze jurkjes, onberispelijke kapsels en perfect gemanicuurde handen.

Pagina uit een Facitcatalogus, 1971.

Ook Facit introduceerde eind jaren vijftig met de komst van directeur Gunnar Ericsson een beleid waarin aandacht voor vormgeving centraal stond, de zogenaamde ‘new deal’. Dat hield niet alleen een huisstijl in en rationalisatie, maar ook een sociaal beleid dat ten goede kwam aan de plaatselijke gemeenschap van Åtvidaberg. Facit had fabrieken, kantoren, een eigen drukkerij en beroepsopleidingen. Het bedrijf zorgde voor sportfaciliteiten, scholen, huisvesting, medische voorzieningen en bood vertier in de vrije tijd. Met name het voetbalteam bracht de werknemers en de naam Facit roem, want het won enkele malen de nationale kampioenschappen. De klap zal dan ook hard aangekomen zijn toen er in 1972 2400 ontslagen vielen.(2)‘Massa-ontslag Facitconcern’, Turbantia, 1 november 1972, via www.delpher.nl.

Juist die tragische neergang versterkt een historische blik en een archeologie: das war einmal. Het ‘museum’ The FACIT Model wil dit erfgoed echter opnieuw tot leven wekken en revitaliseren. De ontwerpers doen dat met een hip vormgegeven installatie en een modern boek. In het boek wisselen beeldessays, teksten en interviews elkaar af. Buiten de tekst van Owens schreven Isabel Mager en Gabriel Maher over het stereotype van de secretaresse en gender. Paul Gangloff filosofeert over letters en rationalisatie. Allen zijn ontwerpers met een brede praktijk, die ook onderzoek omvat. Deze bijdragen zijn aardig maar niet opzienbarend. Interessanter zijn de interviews met oud-werknemers die een toelichting geven op het leven in de bedrijfsschool en de drukkerij, en vertellen hoe het was om als technisch tekenaar, fotograaf, typograaf of lay-outfiguur voor Facit te werken. Sociale voorzieningen en actieve vakbonden betekenden nog niet dat iedereen gelijk was. Arbeiders (bruin shirt) en administratief personeel (groen shirt) hadden in de jaren zestig bijvoorbeeld aparte kantines terwijl de directie een maaltijd geserveerd kreeg in de eetkamer.

Door het hele boek heen ligt het accent op typografie. Er zijn veel afbeeldingen van letterproeven en brieven die getuigen van standaardisatie in al het drukwerk. In Zweden kwam de overheid al vroeg met tal van regels en voorschriften. Zo werd ook op de Facitdrukkerij gewerkt met handleidingen en modellen. Our Polite Society koos vier tikmachinelettertypen uit om te digitaliseren. Die waren overigens niet door Facit ontworpen maar werden ingekocht. Uiteraard is het hele boek in deze lettertypen gedrukt en worden ze gepresenteerd op blauwe pagina’s door het hele boek heen. Zo ontstaat een afwisselend en levendig boek met enerzijds een kantooruitstraling in zwart-wit en tekst, en anderzijds secties met veelkleurige afbeeldingen. De lettertypen zijn geschikt gemaakt voor het beeldscherm. Eerder werden ze ook via kleine, mooi verzorgde boekjes gepresenteerd.

Opmerkelijk is dat de Facitontwerpers niet zo erg aan bod komen. Wie waren er nu eigenlijk verantwoordelijk voor de huisstijl of de vormgeving van de machines? Haast terloops of verstopt in bijzinnen wordt vermeld dat Sigvard Bernadotte de machinevormgeving verzorgde en Nils Leander Eriksson het meubilair. Pr-manager Ivan Hammar introduceerde in 1948 de Facitman, een getekend tovenaartje dat als mascotte overal op drukwerk verscheen. Men werkte wel met bepaalde richtlijnen maar er was blijkbaar geen eigen designafdeling. Waar en hoe dat beleid nu precies tot stand kwam blijft jammer genoeg vaag.

Een blad van Facit met de mascotte, 1960 (foto www.jaapsch.net)

Een kleine speurtocht op de onvolprezen online krantenbank Delpher levert nog aanvullende informatie over Facit in Nederland. Vanaf de jaren twintig begonnen importeurs/vertegenwoordigers van het merk hiervoor te adverteren. Rekenmachines waren favoriet en werden aangeprezen met slogans als ‘de machine met hersenen’, ‘weet het eerder’, ‘werkt voor zes’, ‘kent geen fouten’ en ‘onfeilbaar’. Ook waren de Facitmachines te koop in Indonesië, Suriname en op Curaçao. Vanaf 1953 was de firma Blikman & Sartorius de importeur en die adverteerde ruimschoots met vele campagnes. Dat deed ze in kranten maar ook via reclamefilmpjes en door het uitgeven van singletjes. Ook daar gebruikten ze vindingrijke slogans: ‘maak van één typiste twéé, geef haar een Facit T1’. Uiteraard waren de typistes vlot en opgewekt, stonden ze altijd klaar of keken ze gelukzalig op van hun machines.

Een prijsvraag ‘speciaal en alleen voor typistes en secretaressen werkzaam op een kantoor’, kon in 1956 een reis naar Zweden opleveren of een miniatuur-Facitmannetje met beweegbaar hoofd en arm. De kleine tovenaar figureerde toen ook in een grappig reclamefilmpje gemaakt door de studio’s van Joop Geesink. Met enkele andere filmpjes bleef dit bewaard in het Eye Filmmuseum.(3)Story of a Calculator | Korte Film Poule | EYE (eyefilm.nl); is echter niet online te bekijken. Daarin zien we hoe een gestreste boekhoudmedewerker in zijn slaap geplaagd wordt door cijfers. Dan verschijnt Facitman aan zijn bed en die neemt hem op een vliegend tapijt mee naar Zweden alwaar de Facitmachine – die hem van al zijn problemen zal verlossen – klaarstaat. Geesink was bekend door zulke animaties met poppen en produceerde commercials voor vele firma’s in Europa.

Twee stills uit het reclamefilmpje Story of a Calculator van Studio Geesink, 1956 (met dank aan Eye Filmmuseum)

In de jaren vijftig begonnen advertenties tevens het ontwerp van de machines aan te prijzen: ‘Ontwerper Sigvard Bernadotte voorzag bij de vormgeving in alles, wat het rekenen prettiger maakt: kleur en contrastkleur, geraffineerd-practische vorm van kop en toetsen…’ (1957) Facit figureerde tevens in een campagne van de Algemene Zweedse Export Vereniging van designbewuste producenten en op een expositie over Bernadotte in het Haags Gemeentemuseum in 1960. Voor het overige werd Zweedse vormgeving toch voornamelijk geassocieerd met ambachtelijk glas, ceramiek en andere objecten voor het interieur. Met The FACIT Model hebben Schildt en Kreuzer dit stuk geschiedenis blootgelegd en tot leven gewekt, en daar waarde aan toegevoegd.

Frederike Huygen, december 2020

Our Polite Society (red), The FACIT Model. Globalism, Localism & Identity, Leizpig: Spector Books, 2019. This is Our Polite Society

De installatie is nog tot en met 31 januari 2020 te zien in het Stedelijk Museum Amsterdam.

noten   [ + ]

1. The Facit Model was overigens vorig jaar al te zien bij Fanfare in Amsterdam en in Zweden.
2. ‘Massa-ontslag Facitconcern’, Turbantia, 1 november 1972, via www.delpher.nl.
3. Story of a Calculator | Korte Film Poule | EYE (eyefilm.nl); is echter niet online te bekijken.