Theo Colenbrander, veelzijdig sierkunstenaar

Het was hoog tijd voor een tentoonstelling die aandacht schenkt aan de veelzijdigheid van Theo Colenbrander. Het Drents Museum in Assen toont in Theo Colenbrander (1841-1930): Dutch Design avant la lettre naast het bekende Colenbrander-keramiek ook zijn ontwerpen voor tapijten, boekomslagen, gebouwen en interieurs. Het is de eerste grote tentoonstelling die een volledig overzicht geeft van zijn werk. Gastcurator is Arno Weltens, die in de jaren zeventig in aanraking kwam met de keramiek van Colenbrander en zich sindsdien heeft verdiept in zijn leven en werk. Deze jarenlange studie heeft geresulteerd in de uitgave van het boek Theo Colenbrander (1841-1930) en vormt de aanleiding voor de tentoonstelling.

Over het privéleven van de in Doesburg geboren Colenbrander is weinig bekend. De tentoonstelling begint met de enig overgebleven foto van de dan ongeveer 30-jarige Colenbrander. Hij start zijn loopbaan als architect en werkte enige tijd in Parijs, waar hij in 1867 de wereldtentoonstelling bezocht. De gebouwen en de objecten moeten een enorme indruk op de jonge Colenbrander hebben gemaakt. Zo was Japan voor de eerste keer vertegenwoordigd en waren diverse exotische gebouwen als een Indiase tempel, een minaret en een pagode te zien.

de bibliotheek voor Mesdag, 1889.
de bibliotheek voor Mesdag, 1889.

Van Colenbranders architectuurontwerpen is slechts één villa uitgevoerd. Hij heeft later wel enkele interieurs ontworpen voor onder andere de schilder Hendrik Mesdag. Voor diens Haagse woonhuis was Colenbrander verantwoordelijk voor de wandbespanningen, plafondbeschilderingen en tapijten. Mesdag en zijn vrouw waren al vroeg bewonderaars van het werk van Colenbrander en kochten in totaal maar liefst 200 stuks keramiek van zijn hand. Het is jammer dat de foto’s uit die tijd zwart-wit zijn want het uitgesproken en unieke kleurgebruik van Colenbrander moet een enorm contrast zijn geweest met het donkere negentiende-eeuwse interieur.

De grafische ontwerpen van Colenbrander zijn redelijk onbekend maar hij maakte diverse boekbanden, boekillustraties en menukaarten. In de tentoonstelling is ruim aandacht voor het huldigingsalbum voor de directeur van een Muziekschool uit 1883. De illustraties tonen dat zijn grafische werk nauw verbonden is met zijn latere ontwerpen voor keramiek en tapijten. Colenbrander maakte ook hier al gebruik van geabstraheerde motieven uit de natuur en een expressief kleurpalet.

tapijtontwerpen van Colenbrander (foto Jolanda Schachtschabel).
tapijtontwerpen van Colenbrander (foto Jolanda Schachtschabel).

Vanaf 1895 ontwerpt Colenbrander tapijten voor de Amersfoortsche Tapijtfabriek (later de Deventer Tapijt Fabrieken). De ontwerpen op millimeterpapier, die in de tentoonstelling mooi uitkomen op de rode muren, tonen de precisie waarmee de veelkleurige tekeningen zijn gemaakt. Colenbrander tekende slechts een kwart van het ontwerp. Door spiegeling, herhaling en verschuiving kon er vervolgens een groot aantal varianten van één ontwerp gemaakt worden. De bezoeker kan dit zelf in de tentoonstelling uitproberen door een spiegel naast het kwart-ontwerp te leggen om zo zelf het uiteindelijke resultaat te bepalen.

De tentoonstelling loopt door op de tweede verdieping waar de keramiek met twee zalen de aandacht krijgt dit het verdient. Colenbrander is al in de veertig als hij in 1884 bij Plateelbakkerij Rozenburg in Den Haag gaat werken. Hij vindt in keramiek het materiaal waarin hij het beste zijn creativiteit kwijt kan. Zijn ontwerpen zijn revolutionair en vernieuwend en lijken bijna uit het niets te komen. Het is ‘een explosie van opgekropt ontwerptalent’ zoals de zaaltekst luidt. Colenbranders ontwerpen staan in sterk contrast met de overige keramiek uit die periode, die vooral teruggrijpt op historische stijlen. In de eerste zaal is keramiek te zien uit zijn tijd bij Rozenburg (1884-1889), Plateelbakkerij Zuid-Holland in Gouda (1912-1913) en tenslotte de aardewerkfabriek Ram in Arnhem (1921-1925).

Het Rozenburg-keramiek van Colenbrander (foto Jolanda Schachtschabel).
Het Rozenburg-keramiek van Colenbrander (foto Jolanda Schachtschabel).

De Ram werd speciaal opgericht om de ontwerpen van de dan 80-jarige Colenbrander uit te voeren. De vroege Rozenburgstukken vallen op door hun sterke architectonische vormen en doen denken aan de oosterse gebouwen die Colenbrander op de wereldtentoonstelling in Parijs moet hebben gezien. Hij maakte optimaal gebruik van de nieuwe technische ontwikkelingen op het gebied van pigmenten en bakprocedures waardoor hij sprekende nieuwe kleuren kon realiseren op de vaak wit gelaten ondergrond. De decoratie is tweedimensionaal, er is geen ruimtewerking of schaduw, en ze is vrij over het vlak verdeeld. Ook de manier waarop Colenbrander de witte ondergrond van het keramiek mee laat spelen in de decoratie, gebruikelijk in de Japanse prentkunst, is uniek voor die periode. De decoratie, geïnspireerd op motieven uit de natuur is zo gestileerd dat het bijna abstract is. Colenbrander gaf de decoraties namen die vaak naar de inspiratiebron verwijzen: Iris, Voorjaar, Pauw, Anjelier.

kist met emaille kleurmonsters van Colenbrander, coll. Museum Boymans Van Beuningen.
kist met emaille kleurmonsters van Colenbrander, coll. Museum Boymans Van Beuningen.

In de tweede zaal wordt aandacht besteed aan het productieproces en toont keramiek van zijn tijdgenoten uit de eigen collectie van het Drents museum. Het proces begon met het maken van een biscuitmodel, een eenmaal gebakken stuk, waarop Colenbrander met potlood direct de decoratie aanbracht en inkleurde met waterverf. Er zijn veel biscuitmodellen bewaard gebleven, waar vaak ook nog aantekeningen van Colenbrander op staan. Bijzonder zijn de twee kisten met de kleurmonsters die gebruikt werden bij de Ram fabriek. De tegeltjes met emailleverf laten duidelijk Colenbranders voorliefde voor sterke gele en blauwe kleuren zien. Hoewel hij vrijwel geen schetsen maakte maar meteen op het biscuit tekende, laten enkele ontwerpschetsen zien hoe Colenbrander motieven uit de natuur abstraheerde.

De tentoonstelling is verspreid over verschillende zalen op de eerste en tweede verdieping in het oude gedeelte van het museum. Zelfs de gangen worden gebruikt. De routing is hierdoor wat lastig en de tentoonstelling wordt in kleine stukjes verdeeld terwijl het interessant had kunnen zijn om juist de tapijten en het grafisch werk eens direct naast het keramiek te kunnen zien in één grote zaal. De ontwerpen van Colenbrander worden in de zaalteksten ‘revolutionair’, ‘verrassend en origineel’ genoemd en ‘sloegen in als een bom’. Wat mist is de context van de laat negentiende-eeuwse toegepaste kunst en ook de inspiratiebronnen. Die worden in de zaalteksten wel genoemd maar het zou goed zijn geweest om ook enkele objecten uit die periode te laten zien, zodat de bezoeker de volle impact van Colenbranders vroege keramische werk nog beter kan plaatsen en waarderen. Deze kunsthistorische context wordt wel toegelicht in de bijdrage in de catalogus van conservator Willemijn Lindenhovius. De eigen collectie Kunst 1885-1935 van het Drents Museum, te zien in de aangrenzende zalen, vormt natuurlijk letterlijk de context voor Colenbranders werk.

Het is moeilijk om een beeld te krijgen van de man Colenbrander. Bekend is dat teruggetrokken leven leidde, nooit is getrouwd, zijn hele leven woonde in hotels en pensions en aan het einde van zijn leven zijn correspondentie verbrandde. Hij was erg eigenzinnig en tot zijn dood op 89-jarige leeftijd, bleef hij vol energie aan het werk. Hij was veeleisend maar altijd omdat hij op zoek was naar de beste kwaliteit. Dit is ook de reden dat hij bij Rozenburg wegging na een conflict, bij Gouda omdat hij ontevreden was over de technische mogelijkheden en bij Ram omdat ze nieuwe (dunnere) verven gingen gebruiken. Het feit dat hij zo op zichzelf was verklaart wellicht ook waarom zijn werk zo uniek is en op zichzelf staat. Colenbrander heeft geen school gevormd zoals bijvoorbeeld Berlage. Hij wist zelf ook dat hij zijn tijd ver vooruit was, hij ‘ontwierp voor de mensen die over 30 jaar zullen leven’.

In de tentoonstelling worden zo’n honderd werken getoond, die samen een goed beeld geven van het oeuvre van Colenbrander. Dat hij een Dutch designer avant la lettre is, want Nederlands eerste industrieel ontwerper die zijn ontwerpen in de fabriek liet produceren, wordt niet helemaal ‘bewezen’, maar dat Colenbrander een eigenzinnig en veelzijdig (sier)kunstenaar was die voor vernieuwing heeft gezorgd in de toegepaste kunst, dat bewijst de tentoonstelling in het Drents Museum ruimschoots.

Eveline Holsappel, september 2014

De tentoonstelling Theo Colenbrander (1841-1930), Dutch design avant la lettre is tot en met 28 september 2014 te zien in het Drents Museum in Assen. De gelijknamige monografie van Arno Weltens, met bijdrage van conservator Willemijn Lindenhovius, is verschenen bij uitgever Wbooks en kost 24,95 euro. De catalogus is het meest recente deel in de serie monografieën die het Drents Museum sinds 1987 uitgeeft over kunstenaars uit het tijdperk rond 1900.