Maarten Baas: making things personal

Maarten Baas – al vanaf zijn afstuderen ‘hip, hot and happening’ in de designwereld – toont in het Stedelijk Museum ‘s Hertogenbosch (SM’s) de uitkomsten van acht jaar ontwerpen. Met zijn kloeke, stoere meubels en objecten die hij in de fik stak, veroverde hij in razend tempo de harten van velen. Musea, galeries, producenten en celebs (geen snipper over Baas te vinden zonder vermelding van zijn kopers Brad Pitt, Kate Moss en John McEnroe), ze lopen allemaal met hem weg. Hij is een graag geziene gast op de Salone del Mobile in Milaan en de prestigieuze beurs Design Miami riep hem afgelopen jaar na grootheden als Zaha Hadid, Marc Newson en de gebroeders Campana uit tot Designer of the Year. Met zijn recente klokkenproject Real Time sleepte hij de Dutch Design Award voor autonome vormgeving binnen. ‘Bad boy of design’ en ‘the Dutch Wunderkind’ is hij al gedoopt. Slechts tweeëndertig jaar oud (de opening viel samen met zijn verjaardag) en de superlatieven lijken nu al tekort te schieten. Het overzicht in Den Bosch stelt de bezoeker in de gelegenheid zelf het antwoord te vinden op de vraag: wat maakt Maarten Baas zo goed?

expositie Maarten Baas, SM's Den Bosch
expositie Maarten Baas, SM’s Den Bosch

Baas tot nu toe

In een grote, kale zaal in het voormalige bedrijfspand waarin het museum al enkele jaren (tijdelijk) gevestigd is, staat de bonte verzameling ontwerpen in groepen op witte vlonders. In één oogopslag valt nagenoeg het complete oeuvre van Maarten Baas te overzien. Het geheel maakt een volwassen indruk: hier is iemand aan het werk geweest die weet wat hij wil. Desalniettemin is in elk object iets bewaard gebleven van de ongeremde fantasie van een kind. De geboetseerde spinnenpoten van de tafel, stoelen en ventilatoren uit de Clay-serie (2006, bekend uit Zomergasten), het golvende tafelblad van het bonkige Sculpt-bureau (2007) en de wiebelige vormen van het Haphazard Harmony-servies (2009): ze geven stuk voor stuk blijk van een speels brein.

Baas probeert zo min mogelijk verloren te laten gaan tussen de oorspronkelijke ingeving en de uiteindelijke uitvoering. Niks met de computer, gewoon lekker knutselen in zijn werkplaats in het gehucht Gewande, vlakbij Den Bosch. Zo was er eerst het idee om meubels te kleien; simpelweg te kneden uit een bonk klei en klaar is Kees. Met gewone klei bleek het echter niet mogelijk een stoel te maken waarop ook gezeten kan worden, maar Baas kwam een synthetische klei op het spoor waarmee dat wel kon. Weliswaar bleef een stalen frame nodig voor stevigheid, maar kreeg het object wel de gewenste geboetseerde, enigszins ‘gefröbelde’ uitstraling. De consequentie van Baas’ compromisloze, tijdrovende werkwijze is dat zijn werk kostbaar en beperkt verkrijgbaar is. Hij ontwerpt voor de enkeling en massaproductie trekt hem niet aan. ‘Voor musea en verzamelaars kun je dingen maken waarover je wat langer kunt nadenken. En dat happy few valt wel mee. In musea is mijn werk voor iedereen te zien.'(1)Alle citaten komen uit het interview van Margreet Vermeulen met Maarten Baas in Volkskrant Magazine, 9 januari 2010, pp. 8-13. Vandaag de dag is zijn werk opgenomen in de collecties van onder andere het SM’s, het Groninger Museum en het Rijksmuseum, maar ook in die van het Victoria and Albert Museum in Londen en het Museum voor Hedendaagse Kunst in Tokyo.

Waar rook is, is vuur

Maar hoe is die faam ontstaan? Het begon ooit allemaal op de Design Academy in Eindhoven in 2002. Als afstudeerproject stak Baas oude meubels in de hens, om vervolgens het verkoolde hout onder een epoxylaag te conserveren en zo het object weer geschikt voor gebruik te maken. Deze brutale aanpak maakte indruk en trok onder andere de aandacht van Murray Moss, een invloedrijke New Yorkse galeriehouder. Hij nodigde Baas uit in zijn galerie te exposeren. Met de tentoonstelling Where There’s Smoke… wist Baas opnieuw te boeien door ditmaal de gasbrander te zetten op designklassiekers van onder andere Rietveld, Gaudi en Mackintosh. Het leverde schimmen van iconen op. Door de meubels bijna te vernietigen ging de waarde niet verloren, maar werd er juist extra waarde aan toegevoegd. Smoke opende ook de deur naar samenwerking met het designlabel Moooi van Marcel Wanders, dat enkele verbrande meubels in productie nam.

Meubels uit de serie Clay, Studio Maarten Baas, foto: Maarten van Houten
Meubels uit de serie Clay, Studio Maarten Baas 2006, foto: Maarten van Houten

De reputatie van Baas was in no time gevestigd. ‘Sommigen vinden dat ik pure mazzel had toen mijn afstudeerproject Smoke meteen een hit werd’, zei hij daarover. ‘Maar iedereen die afstudeert aan de academie krijgt dezelfde kansen. Mijn werk werd over de hele wereld opgepikt. Als zoveel verschillende mensen onafhankelijk van elkaar je werk waarderen is dat geen geluk, maar een teken dat je goed werk hebt geleverd. Bovendien ben ik op eigen kracht telkens nieuw werk blijven maken. Dat is geen geluk, ammehoela. Dat is een kwestie van hard en gefocust werken.’

Verre van perfect

Het harde werken leverde na Smoke series op als het eerder genoemde Clay en Sculpt. Deze ontwerpen werden bedacht en uitgevoerd in zijn eigen werkplaats, waar Baas sinds 2005 wordt bijgestaan door compagnon Bas den Herder. Hij zorgt ervoor dat de technische uitvoering van de objecten perfect is. Baas heeft naar eigen zeggen twee linker handen en haalt meer genoegen uit het ‘pielen’ dan uit de uiteindelijke vervolmaking. Die technische perfectie maakt dat zijn werk het amateurisme ontstijgt, maar in de gehele look van zijn ontwerpen is Baas er juist op uit om geliktheid te vermijden. Wat hij tijdens zijn studie om zich heen zag was ‘allemaal symmetrisch, glad, strak, sterk en glimmend. Perfectie noemen ze dat, liefst met de computer ontworpen. Als je dat beeld nastreeft gaat automatisch elk nieuw ontwerp ook in die richting. (…) Schoonheid is waar alles getolereerd wordt, waar alles een beetje samenkomt. Daarom is de natuur mooi. Daar is niets recht of symmetrisch. Onze definitie van perfectie maakt dingen zo kwetsbaar. Eén kras op een dure auto en het ziet er niet meer uit.’

Hebben we dit niet eerder gehoord? Jazeker. Piet Hein Eek – ruim tien jaar eerder afgestudeerd aan diezelfde Design Academy – greep als tegenreactie op strak design naar sloophout, waarmee hij in één klap beroemd werd. Baas merkte in een interview op: ‘Als je ramstrakke, gelikte modelletjes maakte, had je al bijna een voldoende. Dan hoefde het creatief niets voor te stellen.’ Beide ontwerpers, paradepaardjes van de academie, danken hun succes dus paradoxaal genoeg aan het feit dat zij juist tegen die opleiding ingingen.

Bureau uit de serie Sculpt, Studio Maarten Baas 2007, foto: Maarten van Houten
Bureau uit de serie Sculpt, Studio Maarten Baas 2007, foto: Maarten van Houten

Tussen kunst en design

Het zal Maarten Baas zelf een zorg zijn of zijn werk als vormgeving of als kunst gezien wordt. Zoals het een nuchtere, Hollandse jongen betaamt doet hij gewoon wat hij wil en laat hij zich niet snel imponeren. Voor het chique champagnehuis Ruinart ontwierp hij een half weggesmolten zilveren wijnkoeler (Melted Collection, 2009), voor de gerenommeerde Britse meubelfirma Established & Sons eigenwijze kasten die zich aan geen enkele ontwerpregel houden (The Chankley Bore, 2008).

Zijn meest recente project heet Real Time en bestaat uit vijf klokken. De serie ontstond vanuit het zoeken naar manieren om het verstrijken van tijd persoonlijk en tastbaar te maken. Eén daarvan, de Analog digital clock lijkt op het eerste gezicht op een gewoon digitaal uurwerk met verspringende cijfers op een scherm. De oplichtende rode streepjes van de cijfers veranderen echter niet door een elektronisch mechaniek, maar door een mannetje dat zichtbaar achter het scherm in de weer is met een trekker en een verfroller. De Zuiderzee Clock is eveneens een film op een scherm. Van grote hoogte zien we een groepje mensen in gele regenjassen op het strand de wrakhouten wijzers van een klok elke minuut weer een stukje verder leggen. De Grandfather Clock tenslotte ziet er als enige ook echt uit als een ouderwetse, staande klok: manshoog en voorzien van een deurtje aan de achterkant. Op de wijzerplaat is met strepen de uurverdeling aangegeven. Het verstrijken van de minuten wordt door een man die door het matte beeld heen schemert uitgewist en vervolgens met viltstift bijgetekend. Onderwijl eet hij een boterham of rookt hij een sigaret.

Ook bij dit project koos Baas weer voor de ‘ambachtelijke’ weg zonder zich te laten beperken door praktische bezwaren. Alle opnames werden namelijk in één keer, ‘real time’ gedraaid en duurden dus twaalf uur lang. Het werk is niet voor niks geweest, want de klokken zijn op de opening dé publiekstrekker. Speels, vernuftig en perfect uitgevoerd: Real Time vormt een nieuw hoogtepunt in het oeuvre van Baas en laat zien dat hij zich telkens weer weet te vernieuwen.

expositie Maarten Baas SM's Den Bosch
expositie Maarten Baas SM’s Den Bosch

Wonderkind van de vormgeving

Wat is het geheim van Baas? Voor een groot deel ligt de aantrekkelijkheid van zijn objecten in het feit dat hij het kind in de volwassene weet aan te spreken. Lekker kneden en kleien, af fikken en smelten, fröbelen en stapelen. Zijn werk is echter veel meer dan de baldadige grap om een designicoon af te branden. Nu het hier allemaal bij elkaar staat, ondanks alle onderlinge verschillen in de series, valt er weldegelijk een lijn in te ontdekken. Het plezier in het maken en knutselen straalt ervan af, evenals de humor. De meubels met hun spichtige pootjes of juist bolle, ronde lichamen, hebben een hoog cartoongehalte. Zo lijkt de serie Sculpt gemaakt voor de familie Flintstone en zijn de kasten voor Established verwant aan robotjes, die als kleine huisdiertjes de woonkamer bevolken. Het is gek en grappig, maar ook sympathiek en interessant. Het heeft karakter en dat is dan ook wat men bedoelt met die titel, Making Things Personal.

Victoria Anastasyadis 2010

Bij de tentoonstelling die tot 24 mei 2010 duurt, verscheen een kleine brochure. Voor meer informatie over Maarten Baas, zie www.maartenbaas.com.

De vijf klokken uit het project Real Time zijn t/m 16 mei te zien in het Zuiderzeemuseum, Enkhuizen.

Voor the making of de Zuiderzee Clock, bekijk dit filmpje op Youtube: http://www.youtube.com/watch?v=vbVxvKZbZDw.

noten   [ + ]

1. Alle citaten komen uit het interview van Margreet Vermeulen met Maarten Baas in Volkskrant Magazine, 9 januari 2010, pp. 8-13.