Design: a gendered thing?

Zondag 14 november opende in vormgevingsgalerie VIVID te Rotterdam de tentoonstelling met werk van Kiki van Eijk en Joost van Bleiswijk. Zonder voorkennis is onmiddellijk duidelijk wie wat gemaakt heeft. Het werk van Kiki heeft iets breekbaars en stapelt betekenislagen op elkaar die langzaam tot de beschouwer doordringen en hem zoetjesaan om de vinger winden. De objecten van Joost zijn veel directer, op een noeste en wat brutale wijze staan zij hun mannetje: rechttoe, rechtaan.

joostkiki01De galerieruimte met zijn glanzende lichtgrijze vloer, zijn hoogte en het in overvloed van rechts invallende daglicht is een droomlocatie voor het uitstallen van voorwerpen, die bij beperking van het aantal vrij kunnen ‘ademen’ en ruimtelijk mooi uitkomen, plastisch ondersteund door het licht.

Het contrast tussen het werk van Van Eijk en Van Bleiswijk is groot. Joost maakt robuust werk in staal, met dikke platen die als een bouwpakket middels zaagsneden tot horizontale of verticale ruimtestructuren worden samengevoegd. Door de ‘rafel’-randen en de donkere huid neigt dit werkt naar vrije sculptuur die, door er bijvoorbeeld een kandelaber van Van Eijk op te plaatsen, plotseling ook als salontafel bruikbaar blijkt te zijn. Nu zijn die beide objecten aan elkaar gewaagd qua monumentaliteit en door het contrast tussen het massieve versus het luchtige, het dof loodgrijze tegen het goudglanzende.

Kiki’s voorwerpen zijn veel vrouwelijker: ze lijkt armaturen te ‘breien’ van messingdraad, waarin een met de hand gemaakte, wat onregelmatig gevormde keramische pot, een kaarsenhouder, klok of reflector van een gipsachtig witte kleur is geplaatst.

joostkiki03Zou je echter je eigen kandelaars van thuis uit de kast halen en op de ‘tafel’ neerzetten, dan brokkelt het sculpturale imago af en wordt zowel kandelaar als object gereduceerd tot een niemendalletje. Tijdens de vernissage zag ik Joost een boek plaatsen in een van de rechtopstaande objecten en daar gebeurde vrijwel meteen hetzelfde. Daarom vrees ik dat van zijn werk het als staande lamp uitgemonsterde verticale ruimtebeeld de zwakke schakel in de verder overtuigende serie objecten vormt. Nog afgezien van het feit dat de bovenzijde scheef is waar horizontale vlakken zijn bedoeld, maakt de gloeipeer en het snoer dat ergens een vlak verlaat een amateuristische indruk.

De objecten van Kiki zijn intrigerend en roepen vanwege de contour associaties op met eerdere stijlperioden, maar het lijken ook, door het eigenwijze materiaalgebruik en het ophangen van keramische volumes in een draadstructuur met een zekere flexibiliteit, wat dik uitgevallen spinnen hangend in een web.

De objecten van beide ontwerpers zijn aandachteisers en hebben ruimte om zich heen nodig. Kortom, ze zijn alleen geschikt voor gebruik in kamers van zeer royale afmetingen, wat gezien de prijs voor de beoogde klantenkring geen probleem zal vormen. Die zou er dan voor moeten kiezen van beiden wat in huis te halen, omdat het werk elkaar op een positieve wijze versterkt. Die stoere stevigheid van Joost, zijn straffe staalwerk tegenover de aandoenlijke maar ontwapenende en schijnbare breekbaarheid van Kiki’s luchtige en minder systematisch aandoende draadconstructies, geven een extra spanning aan beider kunstvoorwerpen.

joostkiki04In drie van de vijf ontwerpen van Kiki van Eijk speelt kunstlicht een belangrijke rol. De feestelijke tinteling van glimlichtjes op het metaaldraad past naadloos bij de sfeerfeesten van dit seizoen. Het zal toeval zijn, maar daardoor is deze expositie door de galeriehouders wel goed getimed. Het is aan te raden voor een bezoek een tijdstip te kiezen waarin nog voldoende daglicht binnenvalt, maar het tegelijkertijd wel schemerig genoeg is om van het uitstromende licht van de lampen en de flakkerende kaarsvlam te kunnen genieten. Als de buislampen tegen het metaalplafond van de galerie aangaan, wordt de effectiviteit van de objecten minder door het gelijkmatige belichten van bovenaf.

André Koch, 2010.

Tentoonstelling Joost Kiki, Galerie Vivid, Scheepmakershaven 17, Rotterdam, www.vividvormgeving.nl, 13 november – 5 januari 2011. (de foto’s bij dit artikel zijn gemaakt door Yves Krol)